29 december 2010

het woensdagse weekmenu

Boodschappen doen vlak voor de kerst is een ramp, maar ik word erg blij van boodschappen doen net na kerst. Onze lokale grutters doen er alles aan om zo snel mogelijk van decemberspullen af te komen, dus dit is mijn tijd om toe te slaan! De "decemberspecials" van Albert Heijn kosten op dit moment maar 1 euro, dus mijn karretje lag gisteren al snel vol met sugar snaps in honingsaus, champignonsoep-onder-een-korstje en allerlei ander lekkers. In de diepvries is alles nog tot november 2011 houdbaar en na deze kerstdagen heb ik daar weer ruimte genoeg.

Ik heb me meteen voorgenomen om mijn woensdagse weekmenu in ere te herstellen. De kerstvakantie is de periode waarin we de financiën en de huishoudelijke planning nog eens grondig tegen het licht houden en mijn conclusie was, dat er nog wel wat bewuster ingekocht kan worden. Niet zozeer om de kosten te drukken (alhoewel dat natuurlijk mooi meegenomen is), maar vooral om verspilling tegen te gaan. Het gebeurt regelmatig dat we dingen "vergeten" op te maken, waarna we het weg kunnen gooien omdat het bedorven is. Doodzonde natuurlijk. Omdat ik na de zomer een tijdje fulltime ben gaan werken is het een beetje versloft en ik wil graag de draad weer oppakken.

In 2010 bleek ons boodschappenbudget rond de 100 euro per week te liggen; inclusief schoonmaak- en verzorgingsartikelen. Op zich niet overdreven veel - zeker als je meetelt dat we veel groenten en granen biologisch kopen - maar ik denk dat er ook qua kosten nog wel een slag kan worden gemaakt. Kortom: het boodschappenregime in huize Bewuste Eenvoud wordt weer wat strakker ingericht!

Weekmenu:

Roergebakken spruitjes met knoflook, uitjes en noten en aardappelgratin
*

Gestoomde broccoli met sojasaus, gebakken uitjes en sesamzaadjes, zilvervliesrijst
en vega hamburgers
*

Linzenstoofpot met quinoa en (biologische) diepvriesgroenten
*

Volkorenspaghetti met tomaten-basilicumsaus, salade met avocado, komkommer en cashewnootjes
*

Uitgegeven aan de weekboodschappen:
Lidl:                    € 36,77
Albert Heijn:      €  22,59

Totaal:                € 59,36**

** Dit is niet maatgevend voor onze wekelijkse kosten; we zijn nog bezig om de kerstvoorraden op te maken en door de vele bezoekjes rondom kerst en oud en nieuw zijn we relatief veel van huis.


24 december 2010

2010 in 750 woorden

Geïnspireerd door 750words.com bedacht ik dat het wel leuk zou zijn om op die manier terug te blikken op mijn jaar. Het idee van 750 woorden is dat je iedere dag drie pagina’s schrijft zonder teveel na te denken, te redigeren of sociaal wenselijke teksten neer te pennen. In mijn 750 woorden heb ik een tikkie vals gespeeld door af en toe stiekem te schrappen. Ik blijk nogal lang van stof. Verder heb ik geprobeerd om helemaal uit de losse pols te schrijven en dan blijken vanzelf de hoofdthema’s boven te komen. Het voelt als een meditatie en het werkt nog therapeutisch ook. Ik daag jullie uit het stokje over te nemen. Als je de uitdaging aangaat, laat dan even een reactie achter, want ik kom graag meelezen!

2010 in 750 woorden

2010 begon met een huis vol mensen. Logees uit Frankrijk en Abu Dhabi, mijn broer en schoonzus uit Chicago en veel spontane aanloop van vrienden in de nieuwjaarsnacht waren een fantastische manier om het jaar te starten. Het was het begin van onze “carrière” als Couchsurfers; het blijkt geweldig om mensen uit allerlei landen een paar dagen in je gezin mee te laten draaien. Zonder Den Haag te verlaten hebben we het gevoel prachtige reizen te hebben gemaakt.

Begin 2010 kreeg ik de kans om als organisator, facilitator en dagvoorzitter een aantal conferenties te leiden. Zo werd mijn eigen bedrijfje geboren. Het is iets wat helemaal van mij is en waar ik heerlijk mijn ei in kwijt kan. Rijk zal ik er niet van worden, maar het geeft me iedere keer weer een kick om het tot een goed einde te brengen.

Maar mijn jaar heeft ook in het teken gestaan van beperking. Na een second opinion bleek dat er een fout was gemaakt bij mijn operatie in Frankrijk de zomer daarvoor. Het verklaarde waarom mijn schouder nog steeds niet functioneerde en waarom ik zoveel pijn had. Maar het betekende ook: opnieuw opereren en van voor af aan beginnen met revalideren. Het is ook nog mijn schrijfarm, dus dat was een behoorlijke klap. Mijn schouder en arm zullen nooit meer zo worden als het ooit was, maar ik heb veel van deze periode geleerd. Dat je de tijd de tijd moet gunnen om de tijd te zijn. Dat je onvoorwaardelijk van je lijf moet houden en er goed voor moet zorgen, ondanks (of vanwege!) zijn onvolkomenheden. Dat om hulp vragen geen schande is. Inmiddels kan ik zonder enige wrok zeggen dat mijn ongeluk een zegen in vermomming is geweest.

Mijn kinderen worden groot. Ik geniet enorm van hoe ad rem ze zijn, hoe ze steeds meer gevoel voor recht en onrecht ontwikkelen. Hoe ze dingen niet meer zomaar aannemen, maar de discussie aangaan en soms met stevige, maar terechte, feedback komen. Ik constateer trots dat het prettige, betrokken mensen worden. Maar ik realiseer me ook dat een belangrijke fase van de opvoeding is aangebroken. Mijn dochter zit sinds de zomer op de middelbare school. Een verandering van formaat; haar wereld is veel groter en onveiliger geworden. Ik blijk harder nodig dan ooit, maar op een heel andere manier. Ik word geacht op afroep beschikbaar te zijn en verder vooral niet te opvallend aanwezig te zijn. Het is nog even wennen aan die nieuwe verhouding.

Financieel is 2010 een prima jaar geweest. We zijn losser geworden in het consuminderen. Vorig jaar was ik soms te recht in de leer en ontzegde ik mezelf pleziertjes of nam genoegen met minder kwaliteit om maar zo zuinig mogelijk te leven. Inmiddels begin ik hierin een balans te vinden. Ondanks het feit dat we daardoor weer meer geld zijn gaan uitgeven, zijn we er in geslaagd om de helft van ons inkomen te sparen. Dat is natuurlijk geen doel op zich, maar toch ben ik er trots op.

Mijn energiebalans verdient meer aandacht. Ik merk dat ik slecht in staat ben mijn energie zo te verdelen dat ik na een dag werken genoeg over heb voor andere activiteiten. Dat betekent dat mijn gezin het vaker dan me lief is met de kruimels moet doen. Daar ga ik in 2011 beter op letten. Ik hou van mijn werk, maar het mag niet de hoofdrol spelen en dat is het de afgelopen weken stiekem wel gaan doen.

Door mijn yogaopleiding is mijn spirituele ontwikkeling in een stroomversnelling gekomen. Ik merk dat ik in staat ben over mijn eigen schouder te kijken en mijn gedachtenkronkels liefdevol te observeren. Ook heb ik geleerd dat feedback iets anders is dan kritiek en dat ik het op een constructieve manier kan gebruiken om te leren. Tijdens een stilteweekend heb ik ontdekt dat je stilte niet hoeft op te zoeken, maar dat je die altijd bij je hebt. Stilte heeft niet zozeer met geluid te maken; het blijkt een gevoel te zijn.

En dan mijn blog. Wat een heerlijke uitlaatklep om dingen van me af te schrijven en ook nog respons te krijgen van mensen die meelezen, meedenken en meevoelen. Toen ik begon had ik nooit kunnen denken dat ik ooit per dag een paar honderd lezers zou hebben. Het verrijkt mijn leven; iedere reactie voelt als een cadeautje en zet me aan het nadenken, het ontroert me of maakt me aan het lachen. Dank jullie wel voor (weer!) een mooi blogjaar en ik wens jullie en jullie geliefden prachtige dagen toe.

17 december 2010

blogprobleempje

Wegens een gesneuvelde laptop is het even stil aan mijn kant. Zodra ik een andere oplossing heb meld ik me weer. Bloggen via mijn gsm blijkt namelijk toch een drempel...

11 december 2010

gadgets

Een fout die je zou kunnen maken bij het vereenvoudigen van je leven is denken dat gadgets je leven gemakkelijker maken. Tot op zekere hoogte klopt dat (als je bijvoorbeeld een wasmachine of strijkbout als gadget aanmerkt), maar vaak is die gedachte behoorlijk verraderlijk. Voor je het weet staat je huis vol spullen die geld kosten, ruimte innemen, stof vangen en maar goed zijn voor één ding. Vooral bij Tellsell zijn ze er goed in om je te laten geloven dat je leven drastisch verandert door de aanschaf van een verfspuiter, een mop met ingebouwde centrifuge of een deken met mouwen.

Ben je in het bezit van één van de onderstaande artikelen, dan loont het de moeite om eens kritisch na te denken over het verschil tussen "nice to have" en "need to have"...

De watermeloenkoeler op wielen

De geluidsdemper voor je toetsenbord

Een donut-drager met lollygat (die ook nog op slot kan)

De bananensnijder

Het vaderzadel
En wat is volgens jullie het meest nutteloze gadget dat er te koop is?

05 december 2010

pleidooi tegen perfectie

Ik zal het maar toegeven: ik raak tamelijk snel geïmponeerd door mensen die perfectie uitstralen.

Mensen die goed gekleed met welopgevoede kinderen in een keurig gewassen auto door de wereld bewegen. Wiens huis op elk moment van de dag spic and span is, met een verse bos bloemen op tafel en servetten die passen bij het tafelkleed. Die er ondanks een verantwoordelijke baan of intensief vrijwilligers werk in slagen iedere avond op dezelfde tijd een gezonde en smakelijke maaltijd te serveren voor het gezin. Die de kinderen vervolgens in een keurig tempo én met mes en vork opeten, waarna ze bedanken voor het heerlijke diner. Mensen die geen verjaardag vergeten en altijd een persoonlijke attentie cadeau doen.

En dan ben ik daar. Ondanks mijn streven naar perfectie is mijn huis op vrijwel elk tijdstip van de dag rommelig. Als mijn haar goed zit berust dat op louter toeval. De bos bloemen die ik drie weken geleden kreeg in verband met mijn nieuwe baan moet ik zo écht eens weg gaan gooien. Minstens één dag per week eten we een diepvriespizza of tosti's in verband met gebrekkig boodschappenmanagement. Iedere ochtend zoek ik in het halfduister twee dezelfde sokken bij elkaar in de berg schone was die ik nog niet heb opgeruimd. Met wisselend succes, blijkt vaak zodra het daglicht doorbreekt.

Toch ben ik steeds vaker blijmoedig imperfect. Van perfectie wordt je namelijk nogal obsessief en vermoeid. Het streven naar perfectie ontneemt je spontaniteit. En wat het belangrijkste is: perfectie gaat vooral om het uiterlijke plaatje en heeft geen enkel verband met wat je doet of wie je bent. Perfectie kan je er van weerhouden om je échte drijfveren te onderzoeken, want daar kom je helemaal niet aan toe als eerst je uiterlijk en je omgeving aan optimale kwaliteitsnormen moeten voldoen. Je hebt het punt perfectie namelijk nooit bereikt, de horizon verspringt steeds zodra je hem nadert.

Natuurlijk mag je best streven naar een bepaalde kwaliteit, een net huis of een goede haardag. Maar vergeet dan niet er vol overgave van te genieten. Perfectie loslaten heeft me geleerd van kerst te genieten; iets waar ik vroeger een grondige hekel aan had. Juist door de schoonheid in imperfectie te zoeken vind je acceptatie: ik ben geen perfecte moeder, maar ik moeder wel vol overgave. Ik zie er niet perfect uit, maar ik schep er plezier in om goed voor mijn lijf te zorgen. Mijn huis is rommelig, maar het is voor ons een warm bad, waarin we Leven met de hoofdletter L.

Wat ik hiermee wil zeggen is dat het leven een stuk prettiger wordt als je niet meer zoekt naar perfectie, maar naar inspiratie. Om er maar eens een quote van Leonard Cohen tegenaan te gooien:

There's a crack in everything,
That's how the light gets in

04 december 2010

klein geluk 18


...de eerste sneeuw van dit seizoen. Een wandeling helemaal in mijn eentje op een plek waar nog geen voetstappen zijn. Behalve die van de vogels. Meer heb je soms niet nodig om 100% gelukkig te zijn.

30 november 2010

thankful not wasteful

Deze week was het Thanksgiving in de VS en op Amerikaanse blogs kom je overal de heerlijkste recepten tegen voor traditionele gerechten. Ook viel mijn oog bij een aantal blogs op de actie "be thankful, not wasteful". De centrale boodschap van deze actie is om zo min mogelijk voedsel te verspillen tijdens Thanksgiving. Nu doen wij in Nederland niet aan Thanksgiving, maar er breekt wel degelijk een tijd aan die draait om overvloed en consumeren; zowel van voedsel als van spullen.

In een gezin met kinderen is bijna niet te vermijden dat Sinterklaas of kerst voor een belangrijk deel in het teken van snoep en cadeautjes staan. Dat geeft ook niet, maar het is wel de kunst om er bewust mee om te gaan. We hebben hier thuis Sinterklaasfeesten gehad waarbij de kinderen aan het eind van de avond misselijk waren van de kruidnoten en geen zin meer hadden om de laatste cadeaus uit te pakken. Dat is toch wel een signaal dat minder ook volstaat.

Hoe vind je een goede balans tussen het vieren van de mooie dingen in het leven en het voorkomen van verspilling? Ik merk dat het bij ons thuis ieder jaar weer een beetje zoeken is, omdat de kinderen groter worden en daarmee hun beleving bij de feestdagen mee-evolueert.

Toen ze kleuters waren was daar de magie van de rituelen rondom Sinterklaas en het kerstverhaal. Later werd hun belangstelling een tijdje vooral materieel. Dat was trouwens ook de periode waarin ontevredenheid hoogtij vierde; er was altijd wel een vriendje dat meer/duurdere/exclusievere cadeautjes had gekregen. En dat is lastig uit te leggen in de nadagen van het geloof in de Goedheiligman. Sinds de kinderen deel uitmaken van het volwassenencomplot wordt Sinterklaas alleen maar leuker: ze verkneukelen zich over surprises en rake gedichten en de geheimzinnigheid draagt zeker bij aan de feestvreugde.
Bij het kerstfeest wordt meer en meer de gezelligheid, de All You Need is Love-kerstspecial en het samenzijn gewaardeerd.

Hoe proberen we bij ons thuis te bewaken dat Sinterklaas en kerst draaien om gezelligheid en niet om verspilling?

  • Al maanden van tevoren speuren we rommelmarkten en Marktplaats af om strategisch inkopen te doen
  • We kiezen voor een paar tamelijk bescheiden cadeautjes in plaats van één groot ding. Het gevaar bij één groot ding is namelijk dat kwantiteit gevoelsmatig op het laatste moment ook een factor van belang gaat lijken ("dan kan ze maar één cadeautje uitpakken, das ook sneu...") en voor je het weet koop je naast die nieuwe fiets ook nog fietstassen, een helm en een hippe bel.
  • Als er geen materiële wensen zijn dan geven we elkaar een activiteit cadeau. Een etentje, een sauna-date of een concert worden minstens zo gewaardeerd.
  • Er is niks mis mee om nuttige dingen cadeau te doen. Als de kinderen uit hun pyjama, sportkleren of pantoffels zijn gegroeid vinden we Sinterklaas een prima gelegenheid om ze te vervangen. Ook een nieuwe schooldrinkbeker of etui zijn cadeaus die helemaal in de smaak vallen, ondanks dat ze eigenlijk alleen maar praktisch zijn. De kunst is om "door het jaar heen" niet meteen toe te geven aan elke wens.
  • Maak zelf iets culinairs, handgemaakte zeepjes of haak een paar pannenlappen. Door mijn nieuwe baan is het er bij mij helaas bij ingeschoten, maar ik heb het wel gemist. Volgend jaar op tijd beginnen!
  • Het goede doel wordt niet vergeten. Na een paar jaar een geit of een paar fruitbomen via Oxfam Novib aan de opa's en oma's cadeau te hebben gedaan geef ik mijn ouders dit jaar (niet verder lezen, pap en mam!) een adoptiekip. Zo kunnen ze in het komende jaar biologische eieren van hun eigen kip halen.
  • Een mooie traditie vind ik om mijn kinderen hun jaar in foto's cadeau te doen. Het is altijd even werk, maar rond de feestdagen heb ik voor ieder een paar mooie fotobladen voor hun (losbladige) fotomap.
  • Sinds een paar jaar hebben we een traditie die voorkomt dat er met kerst voedsel verspild wordt. Op derde kerstdag vieren we, na twee dagen met opa's, oma's, ooms en tantes, met zijn viertjes Kliekjesdag. De kern van het verhaal is, dat we de hele dag in pyjama doorbrengen, films kijken en de kliekjes van de kerstdagen in willekeurige volgorde opeten. We doen op die dag niet tuttig als het ontbijt bestaat uit gebakken aardappeltjes of chocoladefondue.
Onze invulling van "be thankful not wasteful" is niet helemaal hetzelfde als de Amerikaanse variant. Maar we proberen ieder jaar de gezelligheid centraal te stellen. Zo blijven het eten en de cadeaus een prettige bijzaak en houden we de verspilling minimaal.

24 november 2010

karuna

Vorige week ben ik gestart in mijn nieuwe functie. Vol idealisme, energie en ideeën ben ik er in gesprongen en ik heb er tot nu toe nog geen spijt van gehad (zou trouwens ook niet best zijn, na acht werkdagen).

Maar in mijn eerste week ben ik ook al geconfronteerd met de keerzijde van mijn baan: het moeten aankondigen van het ontslag van een groep mensen. Vanwege grote bezuinigingen wordt een subsidie, waar deze mensen al jaren uit betaald worden, van hogerhand beëindigd. Er is straks dus geen geld meer om hun salaris te betalen. Mensen werken meestal niet voor niets in een gesubsidieerde baan; ze hebben weinig opleiding gehad en ze hebben vaak door allerlei psychische of fysieke beperkingen weinig kans op een reguliere baan. Het is, kortom, een kwetsbare groep. Ik heb er dan ook echt een paar nachten slecht van geslapen en het laat me nog steeds lastig los.

Nu realiseer ik me, dat ik in dit werk vaker beslissingen zal moeten gaan nemen die zakelijk gezien niet anders kunnen, maar die diepe consequenties kunnen hebben voor de levens van mensen. De kunst is om de balans te vinden tussen zakelijkheid enerzijds en menselijkheid anderzijds. Het is niet handig om elke keer dat ik met zo'n situatie te maken krijg (gelukkig blijven deze zeldzaam!) zelf leeg te lopen en helemaal in de piepzak te zitten. Aan de andere kant: ik kan wel een toneelstukje spelen dat het me niets doet en een gevoelloos verhaal afdraaien, maar dat is niet wie ik ben of wie ik wil zijn. Kortom: hoe bewaak je dat evenwicht?

Verschillende religies kennen het woord compassie of mededogen; niet te verwarren met medelijden. Het grote verschil tussen medelijden en mededogen is waar je jezelf plaatst in de situatie. Medelijden is een situatie van de geest die zich identificeert met wat hij ziet: je bent zo aangedaan door een bepaalde situatie dat je als het ware één wordt met wat je waarneemt. Je gaat letterlijk mee-lijden met je zieke kind, een mishandeld dier, een groep kwetsbare mensen die werkloos zal raken. Je laat je meeslepen door het leed en voelt je daardoor machteloos. Het zuigt energie weg, het maakt je zwaar en verdrietig.

Daarnaast is er compassie, in het boeddhisme heel mooi "karuna" genoemd. In het boeddhisme wordt compassie of mededogen gezien als "een mentale staat van de ontwikkelde geest". Met andere woorden: het ontstaat niet zomaar, maar je kunt jezelf er in trainen. In een staat van compassie schommel je niet emotioneel mee op de dingen die je waarneemt en waar je je mee identificeert. Compassie is eigenlijk het in elke situatie doordrongen zijn van de wens dat iedereen gelukkig en vrij van lijden kan zijn. Dat is je drijfveer te handelen, om op een liefdevolle manier te helpen of de goede woorden te vinden.

Niemand is er bij gebaat als ik uit het veld geslagen ben door medelijden. Het helpt wel als ik vanuit compassie tot actie kom, zodat ik voor iedereen aandacht heb en ondersteuning kan bieden in het zoeken naar een nieuwe baan. Er zit helaas nergens een knop die je zomaar om kunt zetten van medelijden naar compassie. Maar het bewustzijn dat de ene staat machteloos en zwaar maakt en dat de andere oproept tot liefdevolle actie is volgens mij fase 1 van mijn karunatraining.

20 november 2010

financiële evolutie

Toen wij gingen samenwonen hadden we ieder ons eigen salaris en ieder onze eigen rekening. Om het huishouden op een eerlijke manier te financieren stortten we iedere maand een bedrag op de gezamenlijke huishoudrekening. Ik kan heel stoer zeggen dat dat naar rato van het inkomen ging, maar de werkelijkheid is dat we - ondanks totaal verschillende carrières - toevallig al jaren ongeveer hetzelfde verdienen.

Toen de kinderen kwamen besloten we allebei vier dagen te gaan werken. Er kwamen behoorlijk wat kosten bij aan kinderopvang, verzorging en energieverbruik, dus het was een goed moment om de financiële infrastructuur wat om te gooien. In plaats van de salarissen op de eigen rekening en een gezamenlijke huishoudpot, gingen de salarissen nu op één rekening en kregen we beiden "zakgeld".

Ik vermoed dat ik degene ben geweest die daar het meest aan moest wennen. Ik was gewend dat ik de enige was die mijn financiële gedrag kon inzien en nu voelde het erg "met de billen bloot". Elke onverantwoorde uitgave of miskoop was genadeloos door mijn lief terug te zien. Bovendien was het lastig om verrassingen voor elkaar te regelen; een etentje leek opeens een stuk minder romantisch als je de volgende dag beide kon zien wat het gekost had. Ook had ik moeite met het grijze gebied: als ik iets voor de kinderen kocht wat niet nodig maar wel érg leuk was, moest het dan van de huisrekening of van mijn eigen rekening? Met ons totaal verschillende uitgavenpatroon betekende het dat ik aan het eind van de maand steevast rood stond en niets spaarde, terwijl mijn lief iedere maand een substantieel deel van zijn maandbedrag naar zijn spaarrekening doorsluisde.

We kochten een huis, de kinderen werden groter, we gingen meer verdienen en al met al werd onze financiële huishouding - deels noodgedwongen - steeds volwassener. Vergeleken met onze "peers" gaven we niet overdreven veel geld uit - we hebben nooit veel gegeven om elektronica, luxe auto's of merkkleding. Maar ongemerkt was ons uitgavenpatroon toch één op één meegegroeid met ons salaris. En we hadden geen idee waar het geld bleef.

In de zomer van 2008 besloten we het roer om te gooien. Een belangrijke factor daarin was ons gedeelde enthousiasme over het boek Je geld of je leven van Hanneke van Veen en Rob van Eeden dat we mee hadden genomen op vakantie. Gek genoeg hadden we het boek een paar jaar eerder al eens geleend in de bibliotheek, maar toen waren onze geesten er kennelijk nog niet rijp voor. Nu raakte hun verhaal ons precies waar het pijn deed: de levensenergie die nodig was om de kost te verdienen was voor ons gevoel buitenproportioneel. Want je steekt niet alleen je gewerkte uren in je baan, maar ook je reistijd, aangepaste kleding, lapmiddelen om je huis op orde te houden, bezorgpizza's die je bestelt als je geen energie meer hebt om te koken, en noem maar op.

Ik heb toen gezocht naar een andere baan die een stuk minder betaalde, maar wel dichtbij huis was. Mijn lief heeft in dezelfde periode het aanbod dat hij had gekregen voor een nieuwe, nog drukkere baan, afgewezen. En de aankoop van een huis-in-het-bos waar we mee bezig waren hebben we afgeblazen. Wat zou er gebeuren als we gewoon eens écht gingen wonen in het huis waar we al jaren in sliepen? Wat nou als we het geld dat binnenkwam bewuster en zorgvuldiger uit zouden geven, zodat er gewoon minder van nodig was?

We werken nog steeds beide vier dagen, maar we houden van ons lagere inkomen fundamenteel meer over. We houden via Winbank (een echte aanrader!) zorgvuldig bij wat er in komt en wat er uit gaat, zodat we weten waar ons geld blijft. We gebruiken niet meer dan nodig, maar waken er sinds een paar maanden voor dat we onszelf geen plezier ontzeggen. In het begin was het vinden van een balans lastig: ik voelde me schuldig als ik teveel geld uitgaf aan eten, sociale evenementen of kadootjes. Daardoor ontnam ik mezelf plezier en werd geld uitgeven bijna een besmet iets.

Inmiddels heb ik er een iets betere modus in gevonden, alhoewel het nog steeds aandacht vergt. Veel boodschappen worden bij de Lidl gehaald, maar aan lekker brood en biologische producten geef ik graag meer uit. Waar vroeger elke sociale uitnodiging tot borrelen, eten en bioscoop zonder nadenken werd aangenomen wordt nu de afweging gemaakt: ga ik alleen omdat ik word uitgenodigd, of omdat ik mijn tijd graag op deze manier wil doorbrengen? En niet geven aan goede doelen is voor mij persoonlijk verkeerde zuinigheid.

Het is nog niet echt te zeggen hoe de volgende fases in onze financiële huishouding gaan verlopen. Ik wil over een paar jaar een keer een grote reis maken met onze kinderen. Ik zou over een tijd misschien kleiner en rustiger willen wonen, met meer ruimte om het huis (en kippen! Ik wil zó graag kippen!). Misschien willen we over een jaar of tien wel veel minder gaan werken, alhoewel ik nu nog heel veel voldoening aan mijn werk beleef. Boven alles besef ik dat we als gezin in een luxe situatie verkeren; we kunnen toe met veel minder dan wat we krijgen. En onze motivatie om zo te leven is niet omdat we bewust sparen voor een oude dag. Maar omdat we (eindelijk!) geleerd hebben om niet meer te gebruiken dan we nodig hebben en daar volop van te genieten.

16 november 2010

dwangmatig ontrommelen

Een tijdje terug las ik ergens een artikel dat me aan het denken heeft gezet. Het ging, kort gezegd, over redenen om te ontrommelen (ik weet niet meer wie deze term als eerste gebruikte, maar ik vind het een mooi Nederlands equivalent voor het woord decluttering).

In het stukje werd op indringende wijze een aantal achtergronden genoemd voor de opruim-religie die zich in een razend tempo onder bewuste consumenten lijkt te verspreiden. Zo werd er gesteld dat het verlangen naar weggooien en opruimen vaak een reactie is op de chaotische wereld van tegenwoordig. Weinig spullen in een geordend huis geeft een gevoel van controle.  Ook werd ontrommelen vergeleken met een aflaat: door je te ontdoen van spullen los je het schuldgevoel af dat rücksichtslos consumeren - bewust of onbewust - in je heeft losgemaakt. Daarnaast kan er volgens de auteur achter het opruimen een idee zitten dat uiteindelijk alles goed komt, als je woonomgeving eenmaal netjes en op orde is.

De schrijfster van het artikel wees er op dat het - in haar ogen dwangmatig - streven naar een lege woonruimte, gevoel en sensualiteit aan een huis ontneemt. Ze daagde de lezer uit om te erkennen dat de diepere laag achter opruimen niets anders is dan angst.

In eerste instantie riep het stuk weerstand in me op. Ik vond het nogal flauw om de fundamentele keuze om met minder spullen toe te kunnen (en te willen!) af te doen als een aflaat. Ik was eigenlijk een beetje beledigd. En wat nou angst? Kom op zeg, wat heeft het wegdoen van spullen nu met angst te maken? Is het niet juist dapper om je van alle ballast te ontdoen? Maar nu ik er wat langer over nadenk merk ik dat het misschien toch iets genuanceerder ligt.

De aandrang tot spullen hamsteren en de aandrang tot spullen wegdoen zijn in feite twee kanten van dezelfde medaille. Een hamsteraar wordt onrustig bij het idee dat hij misgrijpt als hij mogelijk ooit iets nodig heeft. Als buitenstaander identificeer ik dat gevoel - dat ik bij mezelf helemaal niet herken - meteen als angst. Maar graaf ik wat dieper in mijn eigen beweegredenen, dan moet ik erkennen dat ik stiekem een raar soort bindingsangst heb. Ik voel me beperkt in mijn bewegingsruimte (letterlijk en figuurlijk) als ik teveel materiële zaken om me heen heb. En daarom ontdoe ik me het liefst van zoveel mogelijk spullen.

Wat we gemeen hebben, de hamsteraar en de ontrommelaar, is dat we onze dieper liggende angst niet zomaar aanvaarden, maar het vertalen naar bepaald gedrag. En beide vormen van gedrag hebben, als je het helemaal af pelt, met controle te maken. De hamsteraar vindt rust in het onafhankelijke idee dat hij ooit alles tot zijn beschikking zal hebben wat hij maar nodig kan hebben. De ontrommelaar vindt rust in het idee dat hij, als hij zich ooit ontdaan heeft van alle ballast, vrijheid en overzicht zal hebben.

Tot welke conclusie leidt deze overpeinzing? Voor mij leidt het tot de erkenning dat ontrommelen om het ontrommelen, hoezeer ik dat ook zou willen ontkennen, gedrag is dat voortkomt uit (irreële) angst en verlangen naar controle.
De volgende keer dat ik mezelf ietwat verwilderd met lege vuilniszakken door het huis zie dwalen op zoek naar dingen om weg te doen, hoop ik bewust een pas op de plaats te maken. Maar ontrommelen als resultaat van een bewust proces van loslaten, als een doorvoelde actie om het leven te scheppen dat ik graag voor mij en mijn gezin wil, is een ander verhaal.

De uitdaging is alleen om op tijd het verschil te herkennen.

10 november 2010

ahimsa

Ik heb hier weleens laten vallen dat ik een opleiding tot yogadocent volg. Niet omdat ik een carrièreswitch overweeg, maar omdat ik meer intensief met yoga bezig wilde zijn dan af en toe een uurtje. Het blijkt een gelukkige beslissing te zijn; de opleiding heeft me meer gebracht dan alleen diepere kennis van de achtergronden van yoga. Het heeft me na mijn ongeluk van vorig jaar geholpen om te gaan met mijn beperkingen. Het heeft me geleerd hoe ik weer in mijn lijf kan landen als ik te lang in mijn hoofd heb gewoond. En het geeft me stof tot nadenken als het gaat om de achterliggende filosofie.

Eén van de begrippen vanuit de yogaleer die ongemerkt veel invloed is gaan uitoefenen op mijn leven is ahimsa. Er is niet echt een goede vertaling voor deze Sanskriet-term. Vaak wordt het omschreven als geweldloosheid, maar dat dekt de lading niet helemaal en geeft het een wat passieve connotatie. In een Amerikaans artikel noemden ze het "love in action" wat ik persoonlijk een veel mooiere omschrijving vind.

Gandhi is waarschijnlijk de bekendste belichaming van ahimsa. In al zijn denken, voelen en handelen stond totale onthouding van geweld of negatieve gedachten over anderen centraal. Hij had de overtuiging dat als je deze doctrine consequent doorvoert in alle aspecten van je leven, je geen vijanden kunt hebben; de ander heeft uiteindelijk simpelweg geen andere keuze dan jouw liefde te beantwoorden.

Voor er verkeerde ideeën ontstaan door dit voorbeeld: ik heb niet de illusie dat ik ooit ahimsa op dat niveau kan beoefenen. Maar een nuchtere, Hollandse uitleg van het principe kan de wereld naar mijn idee wel een stukje mooier maken. Ik heb eens nagedacht hoe ik ahimsa vertaal naar mijn leven en ik kom tot het volgende lijstje.

  • Voorkom het (bewust) veroorzaken van leed waar mogelijk
  • Benader mensen open en onbevooroordeeld; probeer als je stuit op negativiteit zelf vriendelijk te blijven
  • Verbruik niet meer dan je nodig hebt (of het nu gaat over voedsel, energie of toiletpapier)
  • Voorkom dat anderen moeten lijden voor jouw consumptiegedrag (koop waar mogelijk biologisch en fair trade, vermijd producten die het resultaat zijn van dierenleed)
  • Deel in andermans vreugde
  • Leer je kinderen begrip te hebben voor anderen en niet te oordelen
  • Wees behulpzaam, doe regelmatig spontaan iets belangeloos voor een ander
  • Schenk aan goede doelen
  • Behandel anderen in alle situaties zoals jij behandeld zou willen worden
  • Probeer anderen niet te veranderen maar kijk hoe jij zelf beter met de situatie om kan gaan
  • Bedenk voor je iets wegdoet of je er een ander blij mee kunt maken
  • Kies bij twijfel altijd voor de meest integere oplossing
  • Deel, en schep daar genoegen in
  • Wees dankbaar voor wat je hebt in plaats van gefrustreerd over wat je niet hebt
  • Maak oprechte en gemeende complimenten, wanneer de kans zich maar voordoet
  • Luister met aandacht
  • En last but not least: breng jezelf geen schade toe
In alle eerlijkheid: het is work in progress, maar je bewust zijn van je persoonlijke ahimsa-pad is volgens mij best een mooie eerste stap.

04 november 2010

zeven zaligheden

Zeven dingen waar ik gelukkig van word:

  • Als eerste in verse sneeuw lopen (als eerste mijn mes in een nieuwe pot pindakaas zetten komt trouwens in de buurt)
  • Het moment dat ik de eerste druppels van de hete douche voel na het sporten
  • Kletsen met mijn kinderen terwijl we met z'n allen in het grote bed liggen
  • Heel hard zingen
  • Een goede vondst doen op een rommelmarkt
  • Een feestje of etentje met vrienden om naar uit te kijken
  • Fotograferen in de natuur

En omdat niets menselijks ons vreemd is: twee dingen waar ik me aan erger.
  • Muggen
  • Mensen die altijd de schuld buiten zichzelf zoeken
Hoe ziet jouw lijstje eruit?


    01 november 2010

    klein geluk 17

    Klein geluk is maandagochtend vroeg het mistige strand en de duinen helemaal voor jezelf hebben.

    31 oktober 2010

    eenvoud vs ambitie

    Binnenkort begin ik in een nieuwe functie op mijn huidige werk. Om het maar ronduit en onbescheiden te zeggen: ik heb promotie gemaakt. Natuurlijk ben ik daar hartstikke blij om en eerlijk gezegd ben ik er ook best trots op. Maar het zet me ook weer aan het denken over een eenvoudig leven versus een ambitieus leven. Kunnen eenvoud en ambitie hand in hand gaan?

    Mijn belangrijkste reden in 2008 om eenvoudiger te gaan leven was dat ons leven grotendeels leek te draaien om werken, geld verdienen en consumeren. Het echte leven gleed aan ons voorbij omdat we altijd bezig waren met het bijkomen van de afgelopen werkweek of het voorbereiden op de komende werkweek. Ik wilde minder afhankelijk worden van geld en meer in contact komen met mijn échte drijfveren om iets wel of niet te doen. Tot dat moment had ik telkens promotie gemaakt omdat men het in me zag. Geloof het of niet, maar ik vroeg me nooit af of ik het zelf wel wilde.

    Dezelfde zomer dat we besloten om ons leven 180 graden te draaien, vond ik een baan in de buurt die me op het lijf geschreven was. Of eigenlijk vond de baan mij. Ik kon iets betekenen voor mensen, iets toevoegen, en dat was een verademing. Een contract voor minder uren en veel minder reistijd betekende dat ik naast mijn werk (zowaar) tijd kreeg voor nog niet ontdekte hobby's. En om na te denken.

    Maar na een tijd kroop het bloed waar het niet gaan kan. Bepaalde elementen uit mijn vorige werk begon ik te missen en ik startte een eigen bedrijfje naast mijn baan om het weer op te kunnen pakken. Ook het werk, dat ik na twee jaar redelijk op routine kon doen, gaf inmiddels minder bevrediging. Ik had nieuwe uitdagingen nodig. En een moestuin, breiwerk of nieuw recept compenseerden niet genoeg voor die beroepsmatige honger.

    Ik heb me serieus afgevraagd of het niet puur een ego-kwestie was. Knaagde het dat ik in mijn nieuwe leven aanzienlijk minder belangrijk ben dan ik in vorige functies was? Een lastige vraag, omdat een eerlijk antwoord een pijnlijke conclusie kan geven. En tot op zekere hoogte speelde mijn ego zeker een rol. Maar als ik echt tot de kern ging kwam er (gelukkig) veel meer bij kijken dan dat.

    Mijn definitie van succes is in de afgelopen jaren fors veranderd. Associeerde ik het vroeger puur met status en geld, inmiddels vind ik succes meer de mate waarin iemand in staat is zijn eigen potentie aan te boren, zichzelf maximaal te ontplooien. Ik heb voor mezelf dan ook geconcludeerd dat als mijn ambitie bijdraagt aan die zelfontplooiing, het geen kwaad kan. Maar zodra het op gespannen voet komt te staan met puur en bewust leven, dan moet ik het een halt toeroepen. Een spannende balans waar ik de komende tijd in mijn nieuwe functie vol mee te maken ga krijgen. Ik ben benieuwd hoe dat gaat uitpakken.

    Wat denken jullie: kunnen eenvoud en ambitie samengaan? Kun je ondanks een klein en eenvoudig leven grootse dingen bereiken? Of gaat ambitie altijd ten koste van een eenvoudig leven?

    30 oktober 2010

    gratis uitje

    Even snel tussendoor: morgen trakteert NIBC in verband met haar 65-jarig jubileum op gratis openstelling van een groot aantal musea in Den Haag. Als Hagenees kan ik vooral de combinatie Gemeentemuseum / GEM / Fotomuseum aanraden, die lekker praktisch op één locatie zitten en schitterende collecties hebben. En als je kinderen hebt moet je vooral naar hun buren van het Museon gaan; dat is sinds jaar en dag ons favoriete gezinsuitje met erg leuke interactieve exposities. En dat allemaal voor nop. Niet verkeerd toch?

    29 oktober 2010

    handwerk

    Het is niet hip, maar ik ben dol op breien. Ik heb het al op jonge leeftijd van mijn moeder geleerd, die behoorlijk productief was - en is. Toen ik het huis uit ging had ik er jarenlang geen interesse in. Het paste slecht bij mijn coole imago, vond ik. Een paar jaar geleden kwam die interesse weer opborrelen. Niet omdat ik mooie patronen tegenkwam of de onstuitbare drang had om iets te creëren, maar omdat ik 's avonds op de bank vaak gedachteloos tv zat te kijken. Een erg onbevredigende bezigheid. En zo deden de breinaalden en wol opnieuw hun intrede.

    Mijn eerste dekentjes werden door de kinderen dapper "knuffeldekentjes" genoemd. Vormeloze rechte en averechte lappen die nergens anders goed voor waren dan het toedekken van de knuffels Flappie en Konijntje. Maar al snel begon ik de smaak te pakken te krijgen en werden de projecten wat meer complex. Een groot bijkomend voordeel bleek, dat het erg bevredigend is om iets met je handen te maken. Breien is een erg rustgevende activiteit na een drukke dag én het scheelde me een hoop calorieën. Niet omdat het zo inspannend is, maar met een breiwerk in je handen graai je nu eenmaal niet zo snel in een bak chips. Een win-win-win situatie.

    En toen doken er steeds vaker leuke patronen op van gehaakte spulletjes: mooie kleden voor over de bank, tasjes, omslagdoeken, leuke randjes voor handdoeken, de mogelijkheden zijn eindeloos. En toen ik vorig weekend door Frugal Living gewezen werd op deze geweldige site was ik op slag verliefd. Dat wil ik ook kunnen! Ik heb meteen bij de bieb een boek met de basisbeginselen gehaald en inmiddels heb ik een eerste proeflapje klaar. Nog niet bepaald het plaid met ragfijn patroon wat ik ooit hoop te produceren, maar het is een begin.

    24 oktober 2010

    focus

    Sinds ik werk heb ik in verschillende functies cursussen en workshops gevolgd over timemanagement. Ook heb ik een aantal boeken over dit onderwerp in de kast staan. Ik durf te zeggen dat ik er inmiddels best een talent voor heb ontwikkeld: ik plan mijn dagen efficiënt, krijg in het algemeen mijn werk op tijd gedaan en tussendoor zorg ik dat er gezonde lunches mee naar school en werk gaan, dat rekeningen op tijd worden betaald, dat e-mail binnen een acceptabele tijd wordt beantwoord, dat zomer- en wintergarderobe bijtijds worden omgewisseld, dat de kinderen op tijd op sportclubjes verschijnen en dat er passende verjaardagskadootjes beschikbaar zijn.

    Hier ligt een ingewikkeld systeem aan ten grondslag met to do-lijstjes voor korte en lange termijn, huishoudschema's, weekmenu's en een wensenlijstje met dingen die ik ooit nog wil doen of leren. Het probleem is echter dat de dag maar 24 uur telt, dat ik - tot mijn frustratie - redelijk veel slaap nodig heb en dat huishouden en werk het grootste deel van mijn wakkere 15 uur opslokken. Ja, ik krijg veel gedaan in die wakkere uren, maar veel daarvan gebeurt op de automatische piloot door middel van multitasken. Ontbijten en ondertussen de lunchtrommels van de kinderen vullen? Geen probleem. E-mails beantwoorden tijdens het koken? Draai ik mijn hand niet voor om. Even snel de weekboodschappen doen nadat ik zoonlief bij tennisles heb afgezet? Lekker efficiënt toch?

    Er zit een zekere geruststelling in deze manier van leven: ik heb het gevoel alles onder controle te hebben en voor ik naar bed ga kijk ik - steevast uitgeput - terug op een productieve dag. Maar waar ik steeds meer achter kom is dat ik zelden de tijd neem om na te denken of de dingen die ik op de automaat doe, ook de dingen zijn die ik het liefste doe. Ik smijt met energie en denk er zelden over na of ik de zaken waar ik die energie in steek allemaal nog steeds de moeite waard vind. Bovendien wordt het wensenlijstje met dingen die ik nog wil doen of leren steeds langer en ik blijk er met alle andere to do-dingetjes gewoonweg niet aan toe te komen.

    En daar komt het nieuwe boek van Leo Babauta van Zenhabits.net om de hoek kijken. Het heet - heel treffend - Focus en een gratis versie ervan is hier te downloaden (ik ben gek op het internet en op mensen die het gebruiken om belangenloos hun ervaring, kennis of ideeën te delen!). Ik heb het dit weekend gelezen en het gaf me het belangrijke inzicht dat het me ontbreekt aan focus. Mijn multitask-talent maakt me niet productiever. Alleen maar drukker en inefficiënter door het continu schakelen en wisselen van focus. Bovendien draai ik door mijn eeuwige to do-lijstjes op routine en vergeet ik stil te staan bij waar ik écht mijn energie in wil steken.

    Ik besef dat ik niet zomaar van mijn diepgewortelde systeem van to do-lijstjes af ben, maar ik wil er de komende tijd wel mee aan de slag. Het boek heeft een mooi beginnetje gepeuterd in een denkproces. En de komende tijd ga ik bekijken hoe ik meer focus kan aanbrengen op een beperkt aantal taken, zonder toe te geven aan de lichte paniek die ik krijg als ik vrees de controle kwijt te raken.

    19 oktober 2010

    retraite

    Waarschuwing: ik probeer een weekend zonder woorden onder woorden te brengen. Dat draagt het risico in zich dat het een zweverige/abstracte/wazige post wordt. Op hoop van zegen dan maar.

    Zo lang ik me kan herinneren heb ik moeite gehad met met stilte en met alleen zijn. Een paar jaar geleden heb ik me voorgenomen ieder jaar iets te doen waar ik bang voor ben. En dit jaar was dat een stilteretraite.

    Het is moeilijk een woordeloos weekend in woorden te vangen. Het grote kenmerk van een dergelijke retraite is namelijk dat er nogal weinig gebeurt. Dat is nodig, om helemaal naar binnen te kunnen keren. Hoe saai en oninteressant dat ook is voor een willekeurige voorbijganger, van binnen werd de boel stevig opgeschud.

    De eerste dag was het een totale kakofonie in mijn hoofd. Gedachten buitelden over elkaar heen, onafgemaakte plannen drongen zich aan me op en telkens was daar de behoefte om van alles iets te vinden. Het ego waarmee ik dit lichaam deel heeft kennelijk de drang om overal een label aan te plakken: lekker, vervelend, vrolijk, irritant, noem maar op. Erg vermoeiend.

    Op dag twee wisselden periodes van ongelofelijke gelukzaligheid en diepe wanhoop elkaar af. Het ene moment zweefde ik op de toppen van geluk en had alles een gouden randje, het volgende moment voelde ik me zwaarmoedig en moest ik huilen om niets.

    Op de derde dag gebeurde er iets wonderlijks. De herrie in mijn hoofd werd minder en ik voelde af en toe een glimps van iets wat ik bij gebrek aan een beter woord maar even "acceptatie" noem. Niet meer dat eeuwige labelen, maar heel af en toe kon ik onbevooroordeeld waarnemen. Ik ben. Dingen zijn. Het is goed. Alsof ik over mijn eigen schouder mee keek en liefdevol kon relativeren: wat maak je je toch druk; laat nou eens los. Accepteer. Geniet.

    Het voelt heel banaal om dit op te schrijven, omdat het voor mij iets heel groots was, terwijl ik besef dat het op anderen misschien triviaal over komt. Mijn belangrijkste conclusie: ik blijk best aangenaam gezelschap voor mezelf te zijn zodra ik die innerlijke hyperactieve criticus af weet te schudden.

    Een paar inzichten die ik dit weekend heb opgedaan:

    - Stilte bestaat niet. Er is altijd geluid. Wat echte stilte is, is het stoppen van dat praat-apparaat in je hoofd. Zo kom je bij het bewustzijn wat daar achter tevoorschijn komt. Zoals een leraar het tijdens de retraite mooi verwoorde: "Silence is getting rid of the mind dust". Daarna komt boven drijven waar je echt iets mee moet.

    - We identificeren ons met de karaktereigenschappen die ons worden toegedicht. We zijn vrolijk, slim, prikkelbaar, actief, noem maar op. We geloven in deze verhalen en gaan ons er zelfs naar gedragen. Maar feitelijk zit onze échte ik veel dieper weggestopt en kom je die pas tegen als je het ego het zwijgen op weet te leggen. En dan ziet het plaatje er soms volledig anders uit.

    - Hoe weet je of het je ego is dat tegen je praat of dat het je échte ik is? Als het tot je spreekt in woorden is het je ego. Is het een diep weten, een fundamenteel gevoel, dan "praat" je met je echte ik.

    - Leven in de hoogste versnelling ontneemt je de verbinding met je naasten en met jezelf. In de beslissingen die ik op dit moment te nemen heb, neem ik twee dingen als ijkpunt: beïnvloedt het de mate waarin ik verbinding kan houden met mijn naasten en met mezelf (dus: krijg ik het er drukker door, raak ik erdoor afgeleid van wat er écht toe doet?). En: wil mijn ego dit (want: meer geld, meer status, meer, meer, meer)? Of is het iets wat ik zelf wil omdat het bijdraagt aan mijn zelfverwezenlijking?

    Poehpoeh, wat een zwaar verhaal. Maar zeg niet dat ik jullie niet vooraf gewaarschuwd had!

    18 oktober 2010

    foto's zeggen meer

    ...dan 1000 woorden. Ik ben nét terug van een lang en indrukwekkend weekend, maar voor ik mijn ervaringen met jullie deel probeer ik nog heel even spaarzaam te blijven met woorden.

    15 oktober 2010

    stilte

    Dit weekend ga ik het klooster in om een lang weekend in stilte door te brengen. Voor degenen die mij kennen is dit hilarisch nieuws. De meeste mensen associëren mij niet direct met de woorden stilte en klooster.

    Ik sta in mijn werk op dit moment voor een ingewikkelde keuze. Daarnaast (of misschien wel: daardoor) voel ik dat de balans tussen werk en ontspanning de verkeerde kant op begint te schuiven. Ik heb even een harde "reset" nodig om te kijken waar ik sta en hoe ik mijn leven in de komende tijd ga invullen.

    In mei van dit jaar heb ik in een iets milder programma al geproefd hoe stilte helpt om los te komen van woorden en écht te leren ervaren. En dit weekend spring ik in het diepe. Dit weekend breng ik tot maandagavond in stilte door in een klooster op een mooie plek in het bos. En ik moet bekennen: nu het weekend wel erg dichtbij begint te komen en er geen weg meer terug is, ben ik daar opeens best zenuwachtig over. Want wie weet wat voor inzichten er opeens blootgelegd worden als er verder geen enkele afleiding is...

    Wordt vervolgd.

    12 oktober 2010

    feminisme

    Ik heb even geaarzeld of ik er over zou schrijven omdat ik er niet helemaal uit ben of het een relevant thema is voor mijn blog. Maar het zit me dwars, dus wil ik er iets over kwijt.

    Ik zou mezelf niet snel een feministe noemen. Een aantal generaties vrouwen heeft gevochten voor gelijke rechten en dat heeft er toe geleid dat meisjes kunnen studeren, stemmen, werken en dat we hier in Nederland gelijkwaardig zijn aan mannen. Ik ben er dankbaar voor dat er vrouwen zijn geweest die al hun energie in die strijd hebben gegooid. Ik geniet van de mogelijkheden die ik heb en mijn twaalfjarige dochter kan zich niet voorstellen dat er op de wereld vrouwen zijn die bij wet als minderwaardig aan mannen worden beschouwd.

    In het nieuwe kabinet worden straks welgeteld 3 4 vrouwen benoemd. Daar tegenover staan 17 16 mannen die met elkaar de zwaarste (lees: belangrijkste) portefeuilles beheren. In de samenleving is op dit moment iets meer dan de helft vrouw. Waar gaat dit fout? Jorritsma en Kroes waren - in mijn optiek terecht - bijzonder kritisch over dit scheve kabinet. De repliek daarop was dat er gekozen werd voor kwaliteit, niet voor geslacht. Pardon?

    We krijgen een kabinet dat bijna geheel uit het old boys network van Rutte-Verhagen komt. Kwalitatief goede vrouwen voor ministersfuncties vinden is volgens mij een kwestie van intelligent zoeken. Het old boys network heet niet voor niets zo; het wemelt daar van de heren die hoge politieke, bestuurlijke of zakelijke functies bekleden. Een erg gemakkelijke vijver om in de vissen, maar laten we helder zijn: een feestjurk vind je ook niet in een herenmodezaak. Het lijkt me dat ze toch voldoende tijd hebben gehad om naar geschikte vrouwen te zoeken.

    Ik ben altijd tegen een quotum geweest om vrouwen aan bepaalde posities te helpen, maar nu ik dit anno 2010 meemaak kom ik terug op dit standpunt. Kennelijk moet creativiteit om de goede mensen te zoeken op deze flauwe manier afgedwongen worden.

    Wat vinden jullie? Maakt een quotum - op welke "minderheidsgroepering" dan ook - dat invloedrijke posities beter verdeeld worden? En maakt een eerlijker verdeling tussen mannen en vrouwen dat belangen beter vertaald worden?

    09 oktober 2010

    zuinige Sint

    Met temperaturen rond de 20 graden en een strak blauwe hemel lijkt het misschien een tikje absurd, maar dit weekend begin ik met mijn voorbereidingen voor Sinterklaas. De afgelopen jaren heb ik geleerd dat op tijd beginnen het verzamelen van kado's veel stress en bovendien geld scheelt.

    Het is geen geheim dat wij van huize Eenvoud in de weekenden graag rommelmarkten af snuffelen. En met in het achterhoofd de familieleden die bij ons Sinterklaas vieren kunnen we alvast wat leuke dingen 'scoren'. Boeken, kookgerei, knutselspullen, sportspullen; als je je ogen open houdt vind je voor iedereen iets passends.

    Vorig jaar ben ik ook begonnen met het zelf maken van kado's. Zo had ik mezelf in het najaar net bekwaamd in het zeep maken en dat leek me een uitstekend presentje voor de oma's. Op de rommelmarkt een mooie zeepstempel gevonden, verschillende ingrediënten verzameld uit de nazomerse tuin om de zeep net dat beetje extra te geven (denk: lavendel, rozemarijn, salie) en ik had een paar heel geslaagde kadootjes.

    Ook het maken van culinaire kadootjes beviel vorig jaar erg goed. Potjes kastanjepuree en kruidenzout vielen erg in de smaak en waren leuk om te maken. Het is voor de kastanjepuree natuurlijk verstandig om het niet te lang voor Sinterklaas te bereiden in verband met de beperkte houdbaarheid (iemand al ergens tamme kastanjes gezien dit seizoen trouwens?).

    Ideeën voor dit jaar:

    Een zelfgemaakte mueslimix in een mooi potje
    Kruidenolie en kruidenazijn
    Een receptenboekje
    Chocoladetruffels
    Snack-dennenappel voor mezen
    Geurzakjes met lavendel
    Kruidenzaden in mooie zakjes (geoogst uit eigen tuin)

    Ik ben erg benieuwd of jullie goede ideeën hebben voor een zuinige Sinterklaas!

    02 oktober 2010

    herfst

    De herfst is begonnen. Mijn tuin begint in een hoog tempo te verkleuren, vorige week heb ik met mijn zoon kilo's heerlijke appels geplukt, de pompoenen in de moestuin roepen een Halloween-gevoel op. We hebben deze week weer voor het eerst stamppot gegeten en het huis staat gezellig vol kaarsen.

    Vroeger vond ik de herfst niets anders dan een tragisch einde van de zomer. De tijd dat de vakanties achter de rug waren, dat er een periode van hard leren of werken aanbrak, dat de dagen kort werden en het weer lamlendig. Ik was, kortom, niet bepaald enthousiast bij het vallen van de bladeren. Overigens vond ik de winter steevast saai en kil en vanaf het vroege voorjaar werd ik geveld door hooikoorts, waardoor ik ondanks de betere temperaturen niet lekker in mijn vel zat. Mijn leven speelde zich af in de zomer, de rest van het jaar dacht ik melancholisch terug aan de zomer of telde ik de dagen af tot de volgende zomer. In de zomer voelde ik me licht, onbezorgd en energiek. Dat gevoel wilde ik het hele jaar, alleen werkte het Nederlandse klimaat niet mee. Vond ik.

    Het veranderde heel geleidelijk toen ik in 2008 mijn eerste moestuin kreeg. Het verdiende de naam moestuin eigenlijk niet eens; het was een overgebleven schooltuintje van een paar vierkante meters. Ik kreeg het lapje grond middenin de lente en het dwong me om al sniffend en piepend van de hooikoorts toch flink aan het werk te gaan om te spitten, te zaaien en te wieden. De zomer was prachtig en leverde naast de gebruikelijke lichte vrolijkheid ook nog eens een hoop verse groenten uit eigen tuin op. Bovendien juichte ik voor het eerst van mijn leven ieder zomers buitje toe, waar ik me voorheen vooral verraden voelde als het een paar dagen minder goed weer was.

    Toen de herfst aantrad gebeurde er iets wonderlijks. Waar ik normaal wegzakte in zwaarmoedigheid, had het winterklaar maken van mijn tuin een louterende werking. De zomer was bijzonder productief geweest, de tuin had zijn werk gedaan maar was nu klaar voor verdiende rust. Het afgevallen herfstblad werd als extra voeding door de grond geschoffeld, de plantenresten naar de composthoop gebracht, wat winterharde groenten bleven in een hoekje van de tuin staan. Ik plantte wat bolletjes die zich op hun gemak konden ontwikkelen in de komende wintermaanden en liet de tuin diep in de herfst achter om bij te komen. Thuis was het moment aangebroken om de laatste groenten in te maken; de vruchten en groenten die nog in de garage lagen transformeerden tot jams, chutneys en allerlei sauzen.

    Er kwam storm, er kwam veel regen en later zelfs sneeuw en vorst. De eerste zaadcatalogi vielen meteen na de feestdagen op de mat en het mijmeren over een nieuw tuinseizoen begon. Toen de ergste vorst achter de rug was ging ik naar de tuin om de bomen te snoeien en eventuele winterschade te verhelpen. Het was pas februari, de lente was nog ver weg en toch waren in alle bomen en vruchtenstruiken de knoppen in aanleg al aanwezig. Terwijl gevoelsmatig de natuur nog in de ijskast stond, bleek mijn tuin in aanleg al klaar om bij de eerste voorjaarszon uit zijn voegen te barsten.

    De vensterbank begon zich te vullen met eerste zaaisels en al vroeg in het jaar konden de eerste uien, rapen en kool de nog koude grond in. De knofloken, spruiten en kolen die in de tuin overwinterd hadden bleken na een koude periode nóg lekkerder te smaken.

    Ik besef steeds meer dat ik zo van de zomer houd bij de gratie van de andere seizoenen. De zomer is voor mij een extraverte periode; mijn leven is op buiten gericht en staat in het teken van productiviteit en energie. In de herfst breekt een periode van bezinning aan, het leven maakt zich klaar voor een rustperiode. Ik krijg een soort nesteldrang; mijn huis wordt in orde gemaakt voor de winter met kaarsjes, plaids en lekker eten. Het ruikt buiten heerlijk aards en ik heb zin in aardse smaken, zoals geroosterde pompoen en warme stoofpotten. Zowel de natuur als ikzelf zijn in transitie. De winter staat in het teken van verbinding met mijn gezin, familie en vrienden. Het leven speelt zich grotendeels binnen af en draait om gezelligheid en aandacht voor elkaar.
    De lente markeert een nieuwe start; het leven komt weer langzaam op gang. De eerste keer dat het naar lente ruikt kan mijn geluk niet op. Maar ik besef inmiddels ook dat ik de lente alleen maar kan ruiken omdat het zo lang geen lente is geweest.

    Het hele jaar zomer zou betekenen dat uiteindelijk mijn batterij leeg zou zijn van al die activiteit en dat ik aan contemplatie amper toe zou komen. Eerlijk is eerlijk, ik sta nog steeds niet altijd te juichen over het Nederlandse klimaat, maar ik verzet me er ook niet meer tegen. En dat maakt dat ik uit elk seizoen kan halen wat er in zit.


    23 september 2010

    even weg

    Ik ben een weekje uit de lucht. Niet omdat ik op vakantie of op zakenreis ga, maar omdat ik even wat dingetjes wil reorganiseren. Mijn huishouden, het helpen bij het schoolwerk van mijn kinderen, mijn werk (ik heb op dit moment tijdelijk anderhalve baan), mijn dag/nachtritme en de invulling van mijn vrije tijd.

    Bloggen is een geweldige uitlaatklep, maar het is voor mij ook regelmatig een excuus om me niet bezig te houden met waar ik eigenlijk écht mee aan de slag moet. Het is heerlijk om te mijmeren over boeken of artikelen die ik heb gelezen, het is geweldig om nieuwe recepten uit te proberen of mezelf nieuwe vaardigheden aan te leren, om daar vervolgens over te schrijven en al jullie reacties te lezen. En daar dan weer heerlijk over na te denken.

    Maar wat er nu even moet gebeuren is prioriteren, hergroeperen en reorganiseren. Soms is bewust leven ook: niet teveel bespiegelingen, maar even terug naar de basis en dat praktisch inrichten. Zodat je daarmee voor jezelf duurzaam ruimte creëert om wel weer schaamteloos te dromen.

    19 september 2010

    venus en mars

    Gisteren zijn we naar het stuk Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus van Huub Stapel geweest. Naar aanleiding van het bekende boek van John Gray (wat ik overigens nooit gelezen heb) gaat Stapel de dialoog aan met het publiek en dat levert een hoop herkenbaarheid en hilariteit op.
     
    Man zit in auto en verdwaalt. Man weigert de weg te vragen, want mannen verdwalen niet. Als de nood echt aan de man is zoekt hij een deskundige autoriteit om hem verder te helpen, zoals een politieman. Vrouw stapt in vergelijkbare situatie meteen uit en schiet de eerste de beste persoon aan in de buurt. Raakt aan de praat met de vreemde over het weer, de kinderen en de vakantie en constateert bij het instappen dat ze helemaal vergeten is de weg te vragen.

    Man en vrouw gaan op visite bij vrienden die vier uur rijden bij hun vandaan wonen. Bij aankomst vraagt vriendin aan vrouw hoe de reis geweest is. Ging het goed met de kinderen op de achterbank? Geen files? En enige vraag van vriend aan man is: hoe lang hebben jullie er over gedaan?

    We hebben een prima avond gehad maar de vraag die ons overviel op de terugweg was: zijn die verschillen tussen man en vrouw nou echt zo groot als in het in het stuk wordt voorgesteld? Uiteraard zijn de verschillen voor het theatrale effect wat opgeblazen, maar sommige dingen herkende ik gewoonweg helemaal niet, terwijl er wel enthousiaste bijval kwam vanuit de zaal.

    In hoofdlijnen kwam het er op neer dat de belangrijkste drijfveer van mannen in een relatie vertrouwen en goedkeuring zijn. Bij vrouwen zijn het begrip en aandacht. Tot op zekere hoogte denk ik dat dat klopt. Maar kijk ik naar de mannen in mijn directe omgeving, dan zijn de scheidslijnen tussen mannelijk en vrouwelijk helemaal niet meer zo scherp te trekken. Zeker de generatie jongere mannen is net zo gevoelig voor goedkeuring (wie trouwens niet?) als voor aandacht en begrip. Vrouwen zijn zich steeds meer in een zakelijke omgeving gaan manifesteren en daarin vormt juist vertrouwen en goedkeuring een rode draad.

    Opvallend was dat de zaal voor het merendeel vol zat met de generatie van mijn ouders; vroege zestigers. Een generatie die, althans in mijn omgeving, nog een vrij traditionele rolverdeling hanteerde. Vooral daar leidde de herkenbaarheid tot luid bevestigend commentaar uit de zaal.
    Dat bracht mij op de vraag: is met het loslaten van de traditionele rolpatronen tussen mannen en vrouwen ook het emotionele onderscheid tussen mannen en vrouwen een stuk vloeibaarder geworden?

    12 september 2010

    terug naar de natuur

    Op dit moment ben ik bezig in de Ringing Cedars serie en ik ben er nog niet helemaal uit wat ik er van vind.

    Waar gaat het over? In 1995 stuit een zakenman in de Siberische wildernis op een jonge vrouw, Anastasia. Tijdens de paar dagen die hij met haar doorbrengt komt hij tot de ontdekking dat ze over een ongelofelijke wijsheid beschikt over leven in de natuur, over voeding, over menselijke interactie, over opvoeding van kinderen. Daarnaast heeft zij sterk ontwikkelde bovennatuurlijke gaven, waardoor ze op afstand mensen kan genezen en gedachten en gevoelens kan lezen.

    De zakenman heeft na de ontmoeting met Anastasia zijn handel gelaten voor wat het is en zich gestort op het schrijven over zijn dialogen met de jonge vrouw. Er worden aan deze boeken allerlei mystieke eigenschappen toegedicht; mensen zeggen hun baan op na het lezen, er zijn Anastasia-communes opgericht waarin groepen mensen zelfvoorzienend gaan leven en veel mensen ervaren een gevoel van bevrijding of welbehagen tijdens het lezen. Op internet wemelt het van de Anastasia-adepten en Ringing Cedars-groepen.

    Het boek zet inderdaad aan het denken. De woorden die uit Anastasia's mond zijn opgetekend zijn bijzonder en geven aan sommige thema's (familie, milieu, onze relatie met dieren) een heel nieuwe invalshoek. Maar ik moet bekennen dat ik grote moeite heb met bepaalde gebeurtenissen in het boek. De ervaringen van Anastasia met dieren komen me eerder voor als een sprookje dan als een waargebeurd feit. Ik kan me simpelweg niet voorstellen dat eekhoorns een mens noten zouden voeren of dat een mens tegen een wilde beer aan slaapt om warm te blijven. Het is Anastasia tot nu toe gelukt om in de anonimiteit te blijven, ondanks grote groepen aanhangers die de Siberische taiga uitkammen op zoek naar hun goeroe.

    De overkoepelende boodschap van de boeken is er echter één die me bezighoudt. Ergens in de loop van de geschiedenis zijn we ver van de natuur afgeraakt. Dingen als geld, status en snelle kicks (een vette hap, gokken, heftige kermisattracties of gewelddadige films, vluchtige seks) werden belangrijk. En toch zijn we daar met z'n allen niet gelukkiger van geworden. De boeken geven handvatten om onze toekomst een positieve wending te geven door terug te gaan naar waar we ooit zijn losgeraakt.

    Maar in hoeverre zijn we in staat om daadwerkelijk terug te keren naar de natuur? Onze hele samenleving, economie en rechtsstelsel is ingericht op eigendom, consumeren en concurrentie. Als ik het even bij mezelf houd dan weet ik dat ik een leven op zijn Anastasia's niet lang volhoud. Zonder kleding of huis om me te beschermen tegen kou en met louter eten wat ik uit de natuur bij elkaar verzamel vrees ik dat ik binnen de kortste keren bezwijk. Is onze natuur nog wel geschikt om je in terug te trekken? Is er in dit dichtbevolkte land nog wel genoeg geschikt land vrij te maken voor mensen die er met elkaar voor kiezen om zelfvoorzienend te leven?

    Kortom; zijn we niet zover van onze oorsprong losgeraakt dat we niet meer in staat zijn een stap terug te maken?



    P.s. Voor de liefhebber: de boeken zijn zowel te bestellen via Bol als via Amazon (zie advertentie rechts). Als je er meerdere via Amazon bestelt, is het ondanks de hogere verzendkosten goedkoper!

    08 september 2010

    verhaaltjes van het werk

    Truus en Bep zijn zussen. Ze hebben hun zaakjes goed voor elkaar. Ze zijn altijd bij hun moeder blijven wonen, maar sinds die enkele jaren geleden is overleden, redden ze het eigenlijk prima samen. Hun piepkleine tuintje staat vol blije kabouters, in huis is regelmatig een lekker moppie Nederlandstalige muziek te horen. Geld voor verse bloemen is er niet, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de vele beeldjes van herderinnetjes, die zonder uitzondering een mand met porseleinen bloemen dragen.

    Elke ochtend om vijf voor half acht stappen Truus en Bep in hun rode brommobiel. Dat valt niet mee, want Truus en Bep passen er samen maar net in. Maar toch: exact om kwart voor acht komen ze door de poort, klaar voor de nieuwe werkdag. Bep en Truus doen geen ingewikkeld werk, maar wat ze doen, doen ze goed: op de verpakkingsafdeling zijn ze verantwoordelijk voor het inpakken van producten voor supermarkten. Soms zijn het blikken doperwten, dan weer snoeprolletjes en soms van die lastige Soep-in-zak verpakkingen. Tussendoor roken Truus en Bep zo nu en dan samen een shaggie en drinken ze een bakkie. Om kwart over vier tuft de zwaar belaste brommobiel weer met beide dames de poort uit.

    Zo ging het al jaren, tot net voor de zomer. Dingen veranderden. Truus en Bep kwamen lopend en zagen er steeds vermoeider en onverzorgder uit. Op vragen over de brommobiel werd ontwijkend geantwoord. De dames keken zorgelijk en waren voor hun doen erg stil en kortaf. Als Benny Neyman, hun grote idool, over de werkvloer schalde zongen ze niet meer mee.
    Na het een tijdje aangezien te hebben besloot hun chef Bep en Truus apart te nemen en ze nu eens wat minder vrijblijvend aan de tand te voelen over wat er aan de hand was. Hortend en stotend kwam het verhaal eruit.

    Op een mooie, warme dag had Truus voor de voordeur een shaggie zitten roken en had Bep alle  ramen open gezet om de boel eens lekker door te luchten. Nadat Bep zich naast haar zus had gezeteld om ook een peuk te rollen, waaide door de tocht de deur met zo'n klap dicht dat de kast in de hal voorover klapte en de deur blokkeerde.

    Wat nu te doen? Alle ramen op de eerst verdieping stonden open, maar door het forse overgewicht van de dames was naar boven klimmen geen optie. En de mevrouw van maatschappelijk werk had na het overlijden van moeder een paar keer gewaarschuwd dat ze geen domme dingen moesten doen, anders konden ze niet samen zelfstandig blijven wonen. Dit moest dus geheim blijven, dat was duidelijk. Dus besloten de dames dat ze dan maar in het park moesten gaan slapen. Daar waren genoeg beschutte plekjes waar ze zich 's nachts konden verstoppen en het was niet ver van het werk. De sleutels van de rode brommobiel lagen nog binnen, dus ze zouden voortaan moeten lopen. Maar op deze manier zou niemand iets in de gaten hebben en konden ze bij elkaar blijven.

    Met de politie erbij was de deur zo open gebroken en in no time vervangen door een nieuw exemplaar. Binnen stond de koffie nog op tafel en Benny Neyman op autorepeat. En gelukkig zie ik ze tegenwoordig om kwart voor acht weer als vanouds met de rode brommobiel door de poort rijden.

    (gebaseerd op waar gebeurde feiten, maar om herkenbaarheid te voorkomen hier en daar aangepast)

    04 september 2010

    geluk

    Ik beschouw mezelf als zondagskind. Het leven gaat mij redelijk gemakkelijk af. Ik heb heus weleens tegenslag, maar ik ben gezegend met een positieve kijk op het leven én met een sociale omgeving die me helpt overeind te blijven. Ik voel mezelf dan ook een rijk mens.

    Op mijn werk word ik dagelijks geconfronteerd met mensen voor wie het leven bepaald geen rimpelloze vijver is. Ziekte, schulden, lichamelijke of psychische beperkingen zijn aan de orde van de dag. En toch zie ik ook daar bij veel mensen positiviteit en vrolijkheid. Dat roept bij mij de vraag op: is gelukkig zijn een kwestie van mazzel of kun je talent hebben voor geluk?

    Ik hoorde laatst dat er in de psychologie-literatuur tegenover elk artikel over geluk maar liefst 21 artikelen over depressie bestaan. Mag je daaruit concluderen dat geluk wetenschappelijk niet zo interessant is? Of wordt het niet gezien als "aandoening" en valt er daarom niets aan te verdienen door doktoren en psychiaters?

    Hoe het ook zij, ik ben benieuwd hoe er in de blogwereld gedacht wordt over geluk. Dit is immers een kleine gemeenschap van ervaringswetenschappers die in ieder geval al ontdekt hebben dat het vereenvoudigen van je leven een factor is die je geluksgevoel bevordert. Zou er een recept zijn om gelukkig te worden? En als dat zo is, wat zijn dan de ingrediënten van het recept?


    Als ik mijn persoonlijke ingrediënten op een rijtje zet ziet het er ongeveer als volgt uit:

    1. Focus op het positieve. Probeer in elke situatie het gouden randje te zien. Leer van slechte ervaringen. Zie overal de humor van in.

    2. Ontdoe je leven van overbodige ballast. Ga terug naar de kern; behoud waar je blij van wordt en elimineer de rest waar mogelijk. Zorg goed voor wat er over blijft. Dat zijn de vriendschappen, spullen en activiteiten die je wereld laten draaien.

    3.  Wees speels en blijf goede vriendjes met jezelf. Heb plezier. Zorg goed voor je lijf. Neem jezelf niet te serieus. Dans, huppel, beweeg.

    4.  Maak je dankbaarheid expliciet. Bedank mensen die iets voor je betekenen, waardeer kleine gebaren net zo zeer als grote. Bedenk net voor je in slaap valt voor welke dingen je dankbaar bent.

    5. Adem volledig en bewust. Niet alleen hoog in je borst maar in je hele buik gebied. Verdriet, spanning en frustratie die in je lijf vast zit kun je er uit ademen.

    6. Vind zingeving. Doe iets voor anderen. Ga gepassioneerd op in je hobby's.

    Is dit een foolproof recept voor een gelukkig leven? Helaas niet. In een mensenleven gebeuren nu eenmaal dingen die je totaal van de kaart kunnen brengen. Maar dit zijn wel de ingrediënten die ik als eerste weer bij elkaar raap als ik op wil krabbelen na tegenslag.

    Misschien maakt dat geluk niet zozeer een talent, maar meer een soort conditietraining waar soms door omstandigheden een tijdje de klad in komt. Maar na een blessure begin je voorzichtig te trainen en voor je het weet ren je weer voluit.

    03 september 2010

    buikgevoel

    Het is deze week wat stilletjes van mijn kant. Ik heb namelijk een wat wonderlijke week. Om niet helemaal afwezig te lijken zal ik even kort proberen uit te leggen wat er aan de hand is.

    Afgelopen vrijdag hoorde ik dat ik aangenomen ben in een nieuwe baan. Een mooie baan waarin ik een groot team ga aansturen en met een interessante veranderopdracht. Het is niet dat ik ongelukkig ben in mijn huidige baan - in tegendeel - maar ik heb een vrij korte spanningsboog. En als ik alles een paar keer gedaan heb dan krijg ik behoefte aan iets nieuws. Ik wil dat mijn werk altijd "een beetje pijn doet": als ik het op routine kan dan ga ik me vervelen. Ik ben er niet trots op; liefst zou ik dit trekje meteen inruilen voor een Zen-achtige gelatenheid waarbij ik kan genieten van wat ik nu heb. Maar na twee jaar moet ik (helaas) zeggen dat processen zich beginnen te herhalen en dat ik onrustig word.

    Ik heb na het goede bericht meteen een afspraak gemaakt om maandagmiddag bij HRM bij het nieuwe bedrijf het contract te gaan tekenen. En toen gebeurde er iets raars. Een loodzware steen landde in mijn buik. Ik kon niet goed meer eten en al helemaal niet meer slapen. Een algehele onrust nam intrek in mijn lijf en wat ik ook deed, het wilde niet meer opstappen. Het lukte me niet goed om onder woorden te brengen wat er aan de hand was, maar het werd me wel duidelijk dat het met die baan te maken had.

    Maandagochtend ging ik na een extreem slechte nacht naar mijn werk. En hoorde ik mezelf vanuit mijn vertrouwde kantoor het bedrijf bellen om te vertellen dat ik me terugtrek uit de procedure.

    En nu heb ik een paar dagen nodig om het op me in te laten werken. Normaal zou ik de keuze met mijn hoofd hebben gemaakt: een mooie kans waarin ik veel kan leren zou ik niet laten schieten. En nu zat daar opeens die knoop in mijn buik. Heb ik die nooit eerder gehad of heb ik altijd zo in mijn hoofd geleefd dat ik zo'n gevoel stelselmatig negeerde? Waar kwam dat buikgevoel opeens vandaan? Was het een voorgevoel of een teken dat ik te onbesuisd ergens in stapte? Of was het gewoon een kwestie van "cold feet" omdat ik weet wat ik heb en niet wist wat ik zou gaan krijgen? Ben ik door bewuster te gaan leven opeens een angsthaas geworden?

    Ik vind het moeilijk om er woorden voor te vinden, maar het komt er op neer dat ik aan het bijkomen ben van deze achtbaan die voor niemand zichtbaar was, maar die met een noodvaart door mijn lijf jaagde.