25 juni 2011

veganish

Sinds het lezen van boeken als The China Study, In defence of food en geweldige documentaires zoals deze van de VPRO, kies ik steeds vaker bewust voor plantaardige opties in mijn menu. Melk is al een tijdje uit mijn dieet verbannen sinds ik een duidelijk verband kon leggen tussen het drinken van melk en mijn allergieklachten (al twee jaar volledig hooikoortsvrij!), maar tegenwoordig ben ik ook vrij consequent in het gebruiken van alternatieven voor yoghurt, kaas, room en eieren. Niet zozeer uit overwegingen van dierenrechten (alhoewel ik dat zeker belangrijk vind), maar vooral omdat ik op die manier een bijdrage lever aan het milieu en aan mijn eigen gezondheid.

Toch aarzel ik om mezelf veganist te noemen. Ik omschrijf het liever als: ik ben hoofdzakelijk vegetariër, maar ik vermijd zuivel. Zo heb ik bijvoorbeeld niet zoveel moeite met het gebruik van honing of wol. Ik zal niet snel kaas voor mezelf kopen, maar als mij een blokje oude brokkelkaas wordt aangeboden zal ik die niet per definitie af slaan. Ook ben ik niet consequent in het lezen van etiketten of ergens echt geen dierlijke additieven in zitten. En als ik zelf kippen zou hebben, dan zou ik zeker de eieren eten.

Het probleem met etiketten als "vegetariër", "veganist" of "raw-foodie" is dat ze zo rigide zijn. Op het moment dat ik mezelf veganist noem en "betrapt" word op het eten van een stukje kwarktaart of het dragen van een leren riem, dan beïnvloed ik daarmee ongewild het beeld over echte veganisten. Noem ik mezelf echter vegetariër dan is de kans groot dat ik bij een etentje alternatieven voor vlees krijg voorgeschoteld die hoofdzakelijk bestaan uit kaas. Daarnaast wordt het etiket vaak geassocieerd met restricties en verboden: je "mag" zoveel niet. Het fijne van mijn persoonlijke variant is, dat ik alles kan eten. Mijn menu is opgebouwd uit de talloze mogelijkheden die er zijn om dierlijke producten te vervangen door plantaardige. Maar zou ik opeens enorme trek krijgen in een uitsmijter, dan is er niemand die me tegenhoudt.

De term flextariër is inmiddels aardig in zwang voor part-time vegetariërs en dat vind ik een prima ontwikkeling. Ik gun iedereen om optimaal te kunnen genieten van eten, maar door alleen al te minderen met vlees bewijs je het milieu een grote dienst. Er is echter nog geen goed Nederlands woord voor flexibele veganisten. Ik hoorde Oprah vorige week de term "veganish" gebruiken voor haar dieet. Een prima woord wat mij betreft, maar ik zoek nog naar een adequate Nederlandse variant die mij helpt uit te leggen dat ik zoveel mogelijk plantaardig eet, maar daar vooral pragmatisch mee omga. Iemand een suggestie?

19 juni 2011

vaderdag


Omdat mijn lief liever iets zelfgemaakts kreeg van de kinderen dan iets gekochts....


13 juni 2011

complex leven

Drie jaar geleden, rond deze tijd, wisselde ik bewust van baan. Ik was tot die tijd zo druk geweest met werken dat ik vergat te leven. Mijn weekend stond in het teken van het voorbereiden van de nieuwe werkweek. Mijn avonden spendeerde ik ofwel in een hotel (want mijn opdrachten waren ver van huis), ofwel uitgeput op de bank. Qualitytime moest ik in mijn agenda plannen anders kwam het er niet van. Vriendschappen "onderhield" ik via mail of sms. In het echt afspreken, daar had ik geen tijd voor of daar was ik te moe voor.

Ik had het enorme geluk een baan te vinden op fietsafstand van mijn huis. Weliswaar zou ik er in salaris op achteruit gaan, maar de enorme hoeveelheid vrije tijd die ik daarvoor terug kreeg was onbetaalbaar. Ik begon mijn pad van bewuste eenvoud: creëren in plaats van consumeren. Het zelf bakken van brood, het maken van zeep, ik startte een moestuintje, ik begon mijn yoga-opleiding. Maar ook mijn werk gaf me veel voldoening en ik voelde me voor het eerst sinds jaren in balans. Door eindelijk eens van het uitzicht te genieten in plaats van alleen maar te rennen kwam ik bij mezelf.

Na twee jaar begon ik de uitdaging in mijn werk te verliezen. Ik draaide op routine en kon er niet veel meer van leren. Er deed zich een kans voor en die greep ik, na wat aarzeling, aan. Een korte tijd na de start van mijn nieuwe functie werden er bezuinigingen aangekondigd. Niet een beetje minder uitgeven zo hier en daar, maar fundamentele bezuinigingen die grote gevolgen hebben voor de doelgroep waar ik met veel inzet en geloof voor werk. Het voelt alsof ik iets moet gaan afbreken dat met veel energie, liefde en overtuiging is opgebouwd. Dat is wrang. Daarnaast begint het in de organisatie duidelijk te worden dat er veel functies gaan verdwijnen. Niet voor onze doelgroep, maar voor de "bazen". En dat leidt tot ellebogen gedrag, manipuleren en knokken voor de belangrijkste posities. Waar we ooit met zijn allen de handen aan de ploeg hadden om er iets goeds van te maken, voert nu concurrentie de boventoon. En dat vreet aan me.

Als ik analyseer waarom ik de laatste maanden zoveel minder in balans ben dan in die heerlijke wittebroodsmaanden van de bewuste eenvoud dan kom ik tot een paar conclusies.
Ik heb (of beter: ik maak) te weinig tijd om dingen te doen waar ik in geloof en waar ik energie van krijg. Mijn leven is sluipenderwijs weer complex geworden, terwijl ik proefondervindelijk heb kunnen vaststellen dat ik gedij bij simpel leven. Daarnaast ben ik in een situatie beland dat ik moet kiezen of ik mee wil knokken in een gevecht dat niet het mijne is, of dat ik me laat ondersneeuwen. Beide druisen tegen mijn gevoel in, maar knokken is voor mij de minst integere optie. Ik moet dus mijn conclusies gaan trekken.

Op dit moment is het nog niet zo ver dat ik al conclusies kan trekken. Ik wil geen overhaaste beslissingen nemen zo lang ik mijn alternatieven niet helder heb. Maar één ding is er altijd en dat is het pad van de bewuste eenvoud; een soort anker in onzekere tijden. En dat pad vind ik terug door niet achteraan in de file te staan, maar lopend naar het werk te gaan. Door zelf mijn desembrood te kneden en te bakken van een zelfgemaakte starter. Door groenten uit mijn eigen tuin te halen. Door te kijken hoe onze mini-kikkertjes genieten van een restje komkommer. Door steeds weer nieuwe dingen te leren die ik zelf kan doen en die het leven in en om mijn huis zoveel leuker en onafhankelijker maken.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.

11 juni 2011

grijs water

Gelukkig heeft het inmiddels een paar nachten stevig doorgeregend hier in Den Haag, dus mijn tuin begint weer een beetje op te fleuren. Toch schijnt het zo'n veertien dagen achter elkaar, 24 uur per dag te moeten regenen om de droogte van de afgelopen weken te compenseren. Zorgwekkend, vind ik dat. Mijn groentenplantjes hebben de ergste droogte overleefd dankzij af en toe bijsproeien, maar toch voelt het niet goed om daar perfect drinkwater voor de gebruiken. Nederland als waterrijk land gaf mij eigenlijk niet eerder de sense of urgency om actief na te denken over zuinig omgaan met water. Wel hebben we hier in huis al een tijd geleden allerlei milieumaatregelen getroffen zoals een waterbesparende douchekop, we laten de kraan niet onnodig lopen als we handen wassen of tanden poetsen en we zijn gestopt met iedere dag douchen (zijn mijn huid en haar trouwens ontzettend van opgeknapt!).

Waarom moeten we eigenlijk zuinig omgaan met water, terwijl de voorraad water in dit land onuitputtelijk lijkt? In Nederland gebruiken we per persoon zo'n 120 liter water per dag. Dat is 12 volle emmers. Daarvan verdwijnt zo'n 30% in het toilet en 50% wordt gebruikt in douche, bad en wasmachine. Afvalwaterzuivering is een intensief en duur proces. Door waterwinning daalt het grondwaterpeil en het is daarmee belastend voor natuur- en landbouwgebieden. Veertig procent van ons drinkwater komt van oppervlaktewater. Dat heeft weliswaar geen negatieve invloed op het grondwaterpeil, maar het zuiveringsproces kost meer energie en chemicaliën. Waterwinning en waterzuivering brengen dus op zich weer milieubelasting met zich mee.

Ik heb me de afgelopen week dus eens verdiept in grijs water en ik heb me voorgenomen om daar bewuster mee om te gaan. Grijs water is bijvoorbeeld het water dat uit je douche of je centrifuge komt, maar ook het water waar je je eitje in hebt gekookt. Wit water is het drinkwater dat uit de kraan en de douche komt en waar je je toilet mee doorspoelt. Zwart water is het vervuilde water dat je richting riool spoelt. Grijs water is dus gebruikt, maar niet vervuild. Het is nog prima bruikbaar om bijvoorbeeld je planten water mee te geven of je toilet mee door te spoelen. Er zijn uiteraard wel dingen waar je op moet letten:
  • Het is belangrijk kritisch te zijn op wat je met het water gedaan hebt. Voorkomen moet worden dat je via het water besmetting verspreid. Heb je bijvoorbeeld het water gebruikt om de snijplank af te spoelen waar je zojuist vlees op hebt gesneden, dan moet je het niet gebruiken. Hetzelfde geldt uiteraard ook als het water in aanraking is geweest met medicijnen of met mogelijk ziekteverwekkende stoffen.
  • Zeep- en vetresten zijn niet goed voor je tuin (of voor je toiletpot). Beschouw water dat vervuild is met zeep of vet als zwart water.
  • Ook water waar zout doorheen zit is niet geschikt om over je planten te gieten.
  • Je kunt grijs water niet bewaren. Als je niet direct een aanwending hebt voor het water, spoel het dan gewoon weg.
  • Giet het water niet direct over je planten. Planten in potten kun je met pot en al onderdompelen, of je kunt het water op de aarde rondom je planten gieten.
Ik heb voor mezelf besloten dat ik voorlopig even begin met het opvangen van douchewater dat nu ongebruikt wegspoelt als het nog niet opgewarmd is. Twee emmertjes in de badkamer om mee door te spoelen en voor mijn tuin klinkt niet als een onmogelijke opgave.

05 juni 2011

zelf maken: solar cooker

Al een paar keer had ik er iets over gelezen, maar het prachtige weer van de afgelopen paar dagen trok me uiteindelijk over de streep: zoonlief en ik wilden een solar cooker, ofwel een zonnekoker, maken. Dat klinkt als een hoogdravend project maar aangezien we alles in huis hadden was het hele klusje in hooguit twintig minuten gepiept.

Een solar cooker is een eenvoudig "fornuisje" waarmee je kookt op de energie van de zon. Er komt geen enkele andere energiebron aan te pas en de uitstoot is dan ook nihil. In dit klimaat heb je er een hele zonnige dag en behoorlijk wat geduld voor nodig, maar het blijft fascinerend en het is erg leuk om met kinderen te doen.

Wat heb je nodig?

Twee dozen
Tape
Aluminiumfolie
Huishoudplastic

Op de foto's kun je zien hoe de twee dozen als het ware in elkaar geschoven zijn (één staat op zijn kant, de ander gewoon plat) om zo rondom reflectie te genereren. De binnenkant van de dozen zijn bekleed met aluminiumfolie (liefst zo kreukvrij mogelijk). Plaats een pannetje in de doos en dek de bovenkant af met huishoudfolie. Vervolgens is het de kunst om de doos in de juiste hoek ten opzichte van de zon te plaatsen. Als je niet meer zonder zonnebril naar de doos kunt kijken is het goed. En dan begint het wachten.

We waren eigenlijk wat laat begonnen, waardoor we geen profijt meer hadden van de sterkste zonnekracht tussen 11 en 15 uur. Het water heeft voor zover ik kon oordelen niet het kookpunt bereikt, maar was heet genoeg om de rijst die er om 15.30 in ging om 19.00 uur gaar te hebben. Er zijn heel veel mooie en meer geavanceerde ontwerpen, maar ook een simpele doos en wat aluminiumfolie kunnen je al leren hoe krachtig de energie van de zon is.


01 juni 2011

genot


Woensdagochtend, 6 uur, is mijn tijd helemaal van mij. Alleen met de opkomende zon en de optrekkende nevel, dieren wanen zich onbespied; de wereld is magisch 's ochtendsvroeg.