22 oktober 2012

18 oktober 2012

stilte

Op vakanties in het buitenland kan ik soms ontroerd raken door de allesomvattende stilte. Als geboren en getogen randstedeling heb ik weinig ervaring met totale stilte. Als het stil is valt het eigenlijk pas op wat een herrie het in je hoofd is. Maar na enige tijd in een stille omgeving leer je vanzelf je eigen gedachten te temmen. Je leert dat jij niet je gedachten bent; achter al die gedachten, oordelen en labels zit een diepere laag en daar blijkt je échte kern te zitten. Die schreeuwer, dat is je ego die er alles aan probeert te doen om je bij die kern weg te houden. Vermoeiend typje, dat ego.

Tijdens mijn yogaopleiding heb ik leren mediteren. Voor sommigen klinkt dat zweverig, maar ik heb gemerkt dat het in de praktijk een ongelofelijk nuchtere vaardigheid is. Zoals je in de sportschool je spieren of je uithoudingsvermogen traint, train je tijdens meditatie je te concentreren op het "niets". Na behoorlijk wat frustrerende oefeningen waarin je de bedoeling van meditatie maar niet lijkt te vatten heb je hem soms opeens te pakken, al is het maar een fractie van een seconde. En vanaf het moment dat je deze mate van concentratie weet te vinden, heb je een belangrijk instrument op momenten dat je leven hectisch of de wereld overweldigend is. En die stilte die heb je voortaan altijd bij je, ook al is het soms even zoeken waar hij zit.

Ik heb er een gewoonte van gemaakt om de stilte ieder jaar een keer actief op te zoeken. Op dit moment is mijn leven zo druk dat ik snak naar een paar dagen contemplatie. Daarom ga ik de komende dagen helemaal in mijn eentje op stilteretraite, in een klooster op een mooie plek in de Brabantse natuur. Dagen die in het teken staan van zwijgen, meditatie, yoga en wandelen in de natuur. Voor sommigen is dat misschien een schrikbeeld, maar ik kijk er al weken naar uit. Het klinkt misschien weinig boeddhistisch, maar het voelt vooraf altijd alsof ik met mijn ego de ring in ga om eens goed de confrontatie aan te gaan. En de ervaring leert dat het aanvankelijk ook echt een stevig gevecht is met alle emoties van dien. Maar vervolgens lijkt mijn ego zich altijd langzaam terug te trekken en kom ik, alsof ik een ui afpel, iedere keer een laagje dichter bij wie ik écht ben.

14 oktober 2012

revolutie van onderop

Via Uitzending Gemist bekeek ik een aflevering van Tegenlicht. Het ging dit keer over kleinschalige initiatieven van burgers waarmee ze minder afhankelijk worden van de overheid of van grote maatschappijen; voor degenen die hier wel vaker meelezen is het geen verrassing dat ik op het puntje van mijn stoel heb gezeten.

Schaalvergroting is een rode draad van de afgelopen, pak 'm beet, twee decennia. Kleine bedrijfjes worden, als ze niet rap groeien, verstoten door de grote jongens; groei is bijna een synoniem voor succes geworden. We leven in een economie van meer, groter, duurder. Om al die groei behapbaar te houden wordt dienstverlening vergaand gestandaardiseerd en worden callcentra ingehuurd om klanten te woord te staan. De wereld juridiseert in een rap tempo: eindeloze algemene voorwaarden of omvangrijke koopovereenkomsten zorgen ervoor dat bedrijven sterk staan in hun "strijd" tegen de consument. En als consument doen we zelden meer zaken met een mens, maar vaker met een anonieme vertegenwoordiger van een logge, onpersoonlijke organisatie. Dat we steeds individualistischer worden, dat we dankzij al die ongecontroleerde groei gestaag grondstoffen uitputten en dat we ons als consument steeds meer moeten wapenen tegen het juridische overwicht van de grote marktpartijen is een bijna onafwendbare bijwerking.

In de documentaire van Tegenlicht worden voorbeelden gegeven van zelforganisaties die met elkaar in zee gaan om onafhankelijk te worden van multinationals en andere machtige instanties. Het laat kleine groepen mensen zien die ervoor kiezen te transformeren van consument naar producent, die zich verenigen om samen duurzame energie op te wekken, of die zich aansluiten bij een zogenaamd broodfonds, gebaseerd op solidariteit en vertrouwen. Dat soort initiatieven zijn voedsel voor mijn ziel en bieden tegenwicht aan winst en wantrouwen wat op dit moment vaak het uitgangspunt lijkt. 

Vanuit de gedachte "verbeter de wereld, begin bij jezelf" ben ik een warm voorstander van zelforganisatie. Kleinschalige initiatieven die gebaseerd zijn op gemeenschapszin, duurzaamheid en vertrouwen zijn in mijn optiek veel kansrijker én duurzamer dan systemen gebouwd op wantrouwen, contracten en boetesystemen. Bovendien draagt gezamenlijkheid volgens mij in sterke mate bij aan het gevoel van welvaart. De huidige maatstaf van welvaart, het BNP, lijkt eenzijdig en achterhaald.

En ja, dan loop je als welwillend groepje mensen het risico dat er een keer een rotte appel tussen zit. Zou je om die reden maar helemaal niet moeten beginnen? Dan geef je de rotte appels van deze wereld volgens mij onevenredig veel macht. Ik geloof in menselijk contact, in onze directe omgeving als perfecte schaal om kleine maar zichtbare veranderingen teweeg te brengen. En wat hebben we nou helemaal te verliezen? Couchsurfing, participeren in lokale ruilkringen, het delen van gereedschappen of vervoersmiddelen; ik denk dat de revolutie voor een meer duurzame en minder onpersoonlijke samenleving echt van onderop moet komen door stoïcijns uit te blijven gaan van solidariteit en vertrouwen.

Zo. Dat wilde ik even kwijt.