Binnenkort begin ik in een nieuwe functie op mijn huidige werk. Om het maar ronduit en onbescheiden te zeggen: ik heb promotie gemaakt. Natuurlijk ben ik daar hartstikke blij om en eerlijk gezegd ben ik er ook best trots op. Maar het zet me ook weer aan het denken over een eenvoudig leven versus een ambitieus leven. Kunnen eenvoud en ambitie hand in hand gaan?
Mijn belangrijkste reden in 2008 om eenvoudiger te gaan leven was dat ons leven grotendeels leek te draaien om werken, geld verdienen en consumeren. Het echte leven gleed aan ons voorbij omdat we altijd bezig waren met het bijkomen van de afgelopen werkweek of het voorbereiden op de komende werkweek. Ik wilde minder afhankelijk worden van geld en meer in contact komen met mijn échte drijfveren om iets wel of niet te doen. Tot dat moment had ik telkens promotie gemaakt omdat men het in me zag. Geloof het of niet, maar ik vroeg me nooit af of ik het zelf wel wilde.
Dezelfde zomer dat we besloten om ons leven 180 graden te draaien, vond ik een baan in de buurt die me op het lijf geschreven was. Of eigenlijk vond de baan mij. Ik kon iets betekenen voor mensen, iets toevoegen, en dat was een verademing. Een contract voor minder uren en veel minder reistijd betekende dat ik naast mijn werk (zowaar) tijd kreeg voor nog niet ontdekte hobby's. En om na te denken.
Maar na een tijd kroop het bloed waar het niet gaan kan. Bepaalde elementen uit mijn vorige werk begon ik te missen en ik startte een eigen bedrijfje naast mijn baan om het weer op te kunnen pakken. Ook het werk, dat ik na twee jaar redelijk op routine kon doen, gaf inmiddels minder bevrediging. Ik had nieuwe uitdagingen nodig. En een moestuin, breiwerk of nieuw recept compenseerden niet genoeg voor die beroepsmatige honger.
Ik heb me serieus afgevraagd of het niet puur een ego-kwestie was. Knaagde het dat ik in mijn nieuwe leven aanzienlijk minder belangrijk ben dan ik in vorige functies was? Een lastige vraag, omdat een eerlijk antwoord een pijnlijke conclusie kan geven. En tot op zekere hoogte speelde mijn ego zeker een rol. Maar als ik echt tot de kern ging kwam er (gelukkig) veel meer bij kijken dan dat.
Mijn definitie van succes is in de afgelopen jaren fors veranderd. Associeerde ik het vroeger puur met status en geld, inmiddels vind ik succes meer de mate waarin iemand in staat is zijn eigen potentie aan te boren, zichzelf maximaal te ontplooien. Ik heb voor mezelf dan ook geconcludeerd dat als mijn ambitie bijdraagt aan die zelfontplooiing, het geen kwaad kan. Maar zodra het op gespannen voet komt te staan met puur en bewust leven, dan moet ik het een halt toeroepen. Een spannende balans waar ik de komende tijd in mijn nieuwe functie vol mee te maken ga krijgen. Ik ben benieuwd hoe dat gaat uitpakken.
Wat denken jullie: kunnen eenvoud en ambitie samengaan? Kun je ondanks een klein en eenvoudig leven grootse dingen bereiken? Of gaat ambitie altijd ten koste van een eenvoudig leven?
31 oktober 2010
30 oktober 2010
gratis uitje
Even snel tussendoor: morgen trakteert NIBC in verband met haar 65-jarig jubileum op gratis openstelling van een groot aantal musea in Den Haag. Als Hagenees kan ik vooral de combinatie Gemeentemuseum / GEM / Fotomuseum aanraden, die lekker praktisch op één locatie zitten en schitterende collecties hebben. En als je kinderen hebt moet je vooral naar hun buren van het Museon gaan; dat is sinds jaar en dag ons favoriete gezinsuitje met erg leuke interactieve exposities. En dat allemaal voor nop. Niet verkeerd toch?
29 oktober 2010
handwerk
Het is niet hip, maar ik ben dol op breien. Ik heb het al op jonge leeftijd van mijn moeder geleerd, die behoorlijk productief was - en is. Toen ik het huis uit ging had ik er jarenlang geen interesse in. Het paste slecht bij mijn coole imago, vond ik. Een paar jaar geleden kwam die interesse weer opborrelen. Niet omdat ik mooie patronen tegenkwam of de onstuitbare drang had om iets te creëren, maar omdat ik 's avonds op de bank vaak gedachteloos tv zat te kijken. Een erg onbevredigende bezigheid. En zo deden de breinaalden en wol opnieuw hun intrede.
Mijn eerste dekentjes werden door de kinderen dapper "knuffeldekentjes" genoemd. Vormeloze rechte en averechte lappen die nergens anders goed voor waren dan het toedekken van de knuffels Flappie en Konijntje. Maar al snel begon ik de smaak te pakken te krijgen en werden de projecten wat meer complex. Een groot bijkomend voordeel bleek, dat het erg bevredigend is om iets met je handen te maken. Breien is een erg rustgevende activiteit na een drukke dag én het scheelde me een hoop calorieën. Niet omdat het zo inspannend is, maar met een breiwerk in je handen graai je nu eenmaal niet zo snel in een bak chips. Een win-win-win situatie.
En toen doken er steeds vaker leuke patronen op van gehaakte spulletjes: mooie kleden voor over de bank, tasjes, omslagdoeken, leuke randjes voor handdoeken, de mogelijkheden zijn eindeloos. En toen ik vorig weekend door Frugal Living gewezen werd op deze geweldige site was ik op slag verliefd. Dat wil ik ook kunnen! Ik heb meteen bij de bieb een boek met de basisbeginselen gehaald en inmiddels heb ik een eerste proeflapje klaar. Nog niet bepaald het plaid met ragfijn patroon wat ik ooit hoop te produceren, maar het is een begin.
Mijn eerste dekentjes werden door de kinderen dapper "knuffeldekentjes" genoemd. Vormeloze rechte en averechte lappen die nergens anders goed voor waren dan het toedekken van de knuffels Flappie en Konijntje. Maar al snel begon ik de smaak te pakken te krijgen en werden de projecten wat meer complex. Een groot bijkomend voordeel bleek, dat het erg bevredigend is om iets met je handen te maken. Breien is een erg rustgevende activiteit na een drukke dag én het scheelde me een hoop calorieën. Niet omdat het zo inspannend is, maar met een breiwerk in je handen graai je nu eenmaal niet zo snel in een bak chips. Een win-win-win situatie.
En toen doken er steeds vaker leuke patronen op van gehaakte spulletjes: mooie kleden voor over de bank, tasjes, omslagdoeken, leuke randjes voor handdoeken, de mogelijkheden zijn eindeloos. En toen ik vorig weekend door Frugal Living gewezen werd op deze geweldige site was ik op slag verliefd. Dat wil ik ook kunnen! Ik heb meteen bij de bieb een boek met de basisbeginselen gehaald en inmiddels heb ik een eerste proeflapje klaar. Nog niet bepaald het plaid met ragfijn patroon wat ik ooit hoop te produceren, maar het is een begin.
24 oktober 2010
focus
Sinds ik werk heb ik in verschillende functies cursussen en workshops gevolgd over timemanagement. Ook heb ik een aantal boeken over dit onderwerp in de kast staan. Ik durf te zeggen dat ik er inmiddels best een talent voor heb ontwikkeld: ik plan mijn dagen efficiënt, krijg in het algemeen mijn werk op tijd gedaan en tussendoor zorg ik dat er gezonde lunches mee naar school en werk gaan, dat rekeningen op tijd worden betaald, dat e-mail binnen een acceptabele tijd wordt beantwoord, dat zomer- en wintergarderobe bijtijds worden omgewisseld, dat de kinderen op tijd op sportclubjes verschijnen en dat er passende verjaardagskadootjes beschikbaar zijn.
Hier ligt een ingewikkeld systeem aan ten grondslag met to do-lijstjes voor korte en lange termijn, huishoudschema's, weekmenu's en een wensenlijstje met dingen die ik ooit nog wil doen of leren. Het probleem is echter dat de dag maar 24 uur telt, dat ik - tot mijn frustratie - redelijk veel slaap nodig heb en dat huishouden en werk het grootste deel van mijn wakkere 15 uur opslokken. Ja, ik krijg veel gedaan in die wakkere uren, maar veel daarvan gebeurt op de automatische piloot door middel van multitasken. Ontbijten en ondertussen de lunchtrommels van de kinderen vullen? Geen probleem. E-mails beantwoorden tijdens het koken? Draai ik mijn hand niet voor om. Even snel de weekboodschappen doen nadat ik zoonlief bij tennisles heb afgezet? Lekker efficiënt toch?
Er zit een zekere geruststelling in deze manier van leven: ik heb het gevoel alles onder controle te hebben en voor ik naar bed ga kijk ik - steevast uitgeput - terug op een productieve dag. Maar waar ik steeds meer achter kom is dat ik zelden de tijd neem om na te denken of de dingen die ik op de automaat doe, ook de dingen zijn die ik het liefste doe. Ik smijt met energie en denk er zelden over na of ik de zaken waar ik die energie in steek allemaal nog steeds de moeite waard vind. Bovendien wordt het wensenlijstje met dingen die ik nog wil doen of leren steeds langer en ik blijk er met alle andere to do-dingetjes gewoonweg niet aan toe te komen.
En daar komt het nieuwe boek van Leo Babauta van Zenhabits.net om de hoek kijken. Het heet - heel treffend - Focus en een gratis versie ervan is hier te downloaden (ik ben gek op het internet en op mensen die het gebruiken om belangenloos hun ervaring, kennis of ideeën te delen!). Ik heb het dit weekend gelezen en het gaf me het belangrijke inzicht dat het me ontbreekt aan focus. Mijn multitask-talent maakt me niet productiever. Alleen maar drukker en inefficiënter door het continu schakelen en wisselen van focus. Bovendien draai ik door mijn eeuwige to do-lijstjes op routine en vergeet ik stil te staan bij waar ik écht mijn energie in wil steken.
Ik besef dat ik niet zomaar van mijn diepgewortelde systeem van to do-lijstjes af ben, maar ik wil er de komende tijd wel mee aan de slag. Het boek heeft een mooi beginnetje gepeuterd in een denkproces. En de komende tijd ga ik bekijken hoe ik meer focus kan aanbrengen op een beperkt aantal taken, zonder toe te geven aan de lichte paniek die ik krijg als ik vrees de controle kwijt te raken.
Hier ligt een ingewikkeld systeem aan ten grondslag met to do-lijstjes voor korte en lange termijn, huishoudschema's, weekmenu's en een wensenlijstje met dingen die ik ooit nog wil doen of leren. Het probleem is echter dat de dag maar 24 uur telt, dat ik - tot mijn frustratie - redelijk veel slaap nodig heb en dat huishouden en werk het grootste deel van mijn wakkere 15 uur opslokken. Ja, ik krijg veel gedaan in die wakkere uren, maar veel daarvan gebeurt op de automatische piloot door middel van multitasken. Ontbijten en ondertussen de lunchtrommels van de kinderen vullen? Geen probleem. E-mails beantwoorden tijdens het koken? Draai ik mijn hand niet voor om. Even snel de weekboodschappen doen nadat ik zoonlief bij tennisles heb afgezet? Lekker efficiënt toch?
Er zit een zekere geruststelling in deze manier van leven: ik heb het gevoel alles onder controle te hebben en voor ik naar bed ga kijk ik - steevast uitgeput - terug op een productieve dag. Maar waar ik steeds meer achter kom is dat ik zelden de tijd neem om na te denken of de dingen die ik op de automaat doe, ook de dingen zijn die ik het liefste doe. Ik smijt met energie en denk er zelden over na of ik de zaken waar ik die energie in steek allemaal nog steeds de moeite waard vind. Bovendien wordt het wensenlijstje met dingen die ik nog wil doen of leren steeds langer en ik blijk er met alle andere to do-dingetjes gewoonweg niet aan toe te komen.
En daar komt het nieuwe boek van Leo Babauta van Zenhabits.net om de hoek kijken. Het heet - heel treffend - Focus en een gratis versie ervan is hier te downloaden (ik ben gek op het internet en op mensen die het gebruiken om belangenloos hun ervaring, kennis of ideeën te delen!). Ik heb het dit weekend gelezen en het gaf me het belangrijke inzicht dat het me ontbreekt aan focus. Mijn multitask-talent maakt me niet productiever. Alleen maar drukker en inefficiënter door het continu schakelen en wisselen van focus. Bovendien draai ik door mijn eeuwige to do-lijstjes op routine en vergeet ik stil te staan bij waar ik écht mijn energie in wil steken.
Ik besef dat ik niet zomaar van mijn diepgewortelde systeem van to do-lijstjes af ben, maar ik wil er de komende tijd wel mee aan de slag. Het boek heeft een mooi beginnetje gepeuterd in een denkproces. En de komende tijd ga ik bekijken hoe ik meer focus kan aanbrengen op een beperkt aantal taken, zonder toe te geven aan de lichte paniek die ik krijg als ik vrees de controle kwijt te raken.
19 oktober 2010
retraite
Waarschuwing: ik probeer een weekend zonder woorden onder woorden te brengen. Dat draagt het risico in zich dat het een zweverige/abstracte/wazige post wordt. Op hoop van zegen dan maar.
Zo lang ik me kan herinneren heb ik moeite gehad met met stilte en met alleen zijn. Een paar jaar geleden heb ik me voorgenomen ieder jaar iets te doen waar ik bang voor ben. En dit jaar was dat een stilteretraite.
Het is moeilijk een woordeloos weekend in woorden te vangen. Het grote kenmerk van een dergelijke retraite is namelijk dat er nogal weinig gebeurt. Dat is nodig, om helemaal naar binnen te kunnen keren. Hoe saai en oninteressant dat ook is voor een willekeurige voorbijganger, van binnen werd de boel stevig opgeschud.
De eerste dag was het een totale kakofonie in mijn hoofd. Gedachten buitelden over elkaar heen, onafgemaakte plannen drongen zich aan me op en telkens was daar de behoefte om van alles iets te vinden. Het ego waarmee ik dit lichaam deel heeft kennelijk de drang om overal een label aan te plakken: lekker, vervelend, vrolijk, irritant, noem maar op. Erg vermoeiend.
Op dag twee wisselden periodes van ongelofelijke gelukzaligheid en diepe wanhoop elkaar af. Het ene moment zweefde ik op de toppen van geluk en had alles een gouden randje, het volgende moment voelde ik me zwaarmoedig en moest ik huilen om niets.
Op de derde dag gebeurde er iets wonderlijks. De herrie in mijn hoofd werd minder en ik voelde af en toe een glimps van iets wat ik bij gebrek aan een beter woord maar even "acceptatie" noem. Niet meer dat eeuwige labelen, maar heel af en toe kon ik onbevooroordeeld waarnemen. Ik ben. Dingen zijn. Het is goed. Alsof ik over mijn eigen schouder mee keek en liefdevol kon relativeren: wat maak je je toch druk; laat nou eens los. Accepteer. Geniet.
Het voelt heel banaal om dit op te schrijven, omdat het voor mij iets heel groots was, terwijl ik besef dat het op anderen misschien triviaal over komt. Mijn belangrijkste conclusie: ik blijk best aangenaam gezelschap voor mezelf te zijn zodra ik die innerlijke hyperactieve criticus af weet te schudden.
Een paar inzichten die ik dit weekend heb opgedaan:
- Stilte bestaat niet. Er is altijd geluid. Wat echte stilte is, is het stoppen van dat praat-apparaat in je hoofd. Zo kom je bij het bewustzijn wat daar achter tevoorschijn komt. Zoals een leraar het tijdens de retraite mooi verwoorde: "Silence is getting rid of the mind dust". Daarna komt boven drijven waar je echt iets mee moet.
- We identificeren ons met de karaktereigenschappen die ons worden toegedicht. We zijn vrolijk, slim, prikkelbaar, actief, noem maar op. We geloven in deze verhalen en gaan ons er zelfs naar gedragen. Maar feitelijk zit onze échte ik veel dieper weggestopt en kom je die pas tegen als je het ego het zwijgen op weet te leggen. En dan ziet het plaatje er soms volledig anders uit.
- Hoe weet je of het je ego is dat tegen je praat of dat het je échte ik is? Als het tot je spreekt in woorden is het je ego. Is het een diep weten, een fundamenteel gevoel, dan "praat" je met je echte ik.
- Leven in de hoogste versnelling ontneemt je de verbinding met je naasten en met jezelf. In de beslissingen die ik op dit moment te nemen heb, neem ik twee dingen als ijkpunt: beïnvloedt het de mate waarin ik verbinding kan houden met mijn naasten en met mezelf (dus: krijg ik het er drukker door, raak ik erdoor afgeleid van wat er écht toe doet?). En: wil mijn ego dit (want: meer geld, meer status, meer, meer, meer)? Of is het iets wat ik zelf wil omdat het bijdraagt aan mijn zelfverwezenlijking?
Poehpoeh, wat een zwaar verhaal. Maar zeg niet dat ik jullie niet vooraf gewaarschuwd had!
Zo lang ik me kan herinneren heb ik moeite gehad met met stilte en met alleen zijn. Een paar jaar geleden heb ik me voorgenomen ieder jaar iets te doen waar ik bang voor ben. En dit jaar was dat een stilteretraite.
Het is moeilijk een woordeloos weekend in woorden te vangen. Het grote kenmerk van een dergelijke retraite is namelijk dat er nogal weinig gebeurt. Dat is nodig, om helemaal naar binnen te kunnen keren. Hoe saai en oninteressant dat ook is voor een willekeurige voorbijganger, van binnen werd de boel stevig opgeschud.
De eerste dag was het een totale kakofonie in mijn hoofd. Gedachten buitelden over elkaar heen, onafgemaakte plannen drongen zich aan me op en telkens was daar de behoefte om van alles iets te vinden. Het ego waarmee ik dit lichaam deel heeft kennelijk de drang om overal een label aan te plakken: lekker, vervelend, vrolijk, irritant, noem maar op. Erg vermoeiend.
Op dag twee wisselden periodes van ongelofelijke gelukzaligheid en diepe wanhoop elkaar af. Het ene moment zweefde ik op de toppen van geluk en had alles een gouden randje, het volgende moment voelde ik me zwaarmoedig en moest ik huilen om niets.
Op de derde dag gebeurde er iets wonderlijks. De herrie in mijn hoofd werd minder en ik voelde af en toe een glimps van iets wat ik bij gebrek aan een beter woord maar even "acceptatie" noem. Niet meer dat eeuwige labelen, maar heel af en toe kon ik onbevooroordeeld waarnemen. Ik ben. Dingen zijn. Het is goed. Alsof ik over mijn eigen schouder mee keek en liefdevol kon relativeren: wat maak je je toch druk; laat nou eens los. Accepteer. Geniet.
Het voelt heel banaal om dit op te schrijven, omdat het voor mij iets heel groots was, terwijl ik besef dat het op anderen misschien triviaal over komt. Mijn belangrijkste conclusie: ik blijk best aangenaam gezelschap voor mezelf te zijn zodra ik die innerlijke hyperactieve criticus af weet te schudden.
Een paar inzichten die ik dit weekend heb opgedaan:
- Stilte bestaat niet. Er is altijd geluid. Wat echte stilte is, is het stoppen van dat praat-apparaat in je hoofd. Zo kom je bij het bewustzijn wat daar achter tevoorschijn komt. Zoals een leraar het tijdens de retraite mooi verwoorde: "Silence is getting rid of the mind dust". Daarna komt boven drijven waar je echt iets mee moet.
- We identificeren ons met de karaktereigenschappen die ons worden toegedicht. We zijn vrolijk, slim, prikkelbaar, actief, noem maar op. We geloven in deze verhalen en gaan ons er zelfs naar gedragen. Maar feitelijk zit onze échte ik veel dieper weggestopt en kom je die pas tegen als je het ego het zwijgen op weet te leggen. En dan ziet het plaatje er soms volledig anders uit.
- Hoe weet je of het je ego is dat tegen je praat of dat het je échte ik is? Als het tot je spreekt in woorden is het je ego. Is het een diep weten, een fundamenteel gevoel, dan "praat" je met je echte ik.
- Leven in de hoogste versnelling ontneemt je de verbinding met je naasten en met jezelf. In de beslissingen die ik op dit moment te nemen heb, neem ik twee dingen als ijkpunt: beïnvloedt het de mate waarin ik verbinding kan houden met mijn naasten en met mezelf (dus: krijg ik het er drukker door, raak ik erdoor afgeleid van wat er écht toe doet?). En: wil mijn ego dit (want: meer geld, meer status, meer, meer, meer)? Of is het iets wat ik zelf wil omdat het bijdraagt aan mijn zelfverwezenlijking?
Poehpoeh, wat een zwaar verhaal. Maar zeg niet dat ik jullie niet vooraf gewaarschuwd had!
18 oktober 2010
foto's zeggen meer
...dan 1000 woorden. Ik ben nét terug van een lang en indrukwekkend weekend, maar voor ik mijn ervaringen met jullie deel probeer ik nog heel even spaarzaam te blijven met woorden.
15 oktober 2010
stilte
Dit weekend ga ik het klooster in om een lang weekend in stilte door te brengen. Voor degenen die mij kennen is dit hilarisch nieuws. De meeste mensen associëren mij niet direct met de woorden stilte en klooster.
Ik sta in mijn werk op dit moment voor een ingewikkelde keuze. Daarnaast (of misschien wel: daardoor) voel ik dat de balans tussen werk en ontspanning de verkeerde kant op begint te schuiven. Ik heb even een harde "reset" nodig om te kijken waar ik sta en hoe ik mijn leven in de komende tijd ga invullen.
In mei van dit jaar heb ik in een iets milder programma al geproefd hoe stilte helpt om los te komen van woorden en écht te leren ervaren. En dit weekend spring ik in het diepe. Dit weekend breng ik tot maandagavond in stilte door in een klooster op een mooie plek in het bos. En ik moet bekennen: nu het weekend wel erg dichtbij begint te komen en er geen weg meer terug is, ben ik daar opeens best zenuwachtig over. Want wie weet wat voor inzichten er opeens blootgelegd worden als er verder geen enkele afleiding is...
Wordt vervolgd.
Ik sta in mijn werk op dit moment voor een ingewikkelde keuze. Daarnaast (of misschien wel: daardoor) voel ik dat de balans tussen werk en ontspanning de verkeerde kant op begint te schuiven. Ik heb even een harde "reset" nodig om te kijken waar ik sta en hoe ik mijn leven in de komende tijd ga invullen.
In mei van dit jaar heb ik in een iets milder programma al geproefd hoe stilte helpt om los te komen van woorden en écht te leren ervaren. En dit weekend spring ik in het diepe. Dit weekend breng ik tot maandagavond in stilte door in een klooster op een mooie plek in het bos. En ik moet bekennen: nu het weekend wel erg dichtbij begint te komen en er geen weg meer terug is, ben ik daar opeens best zenuwachtig over. Want wie weet wat voor inzichten er opeens blootgelegd worden als er verder geen enkele afleiding is...
Wordt vervolgd.
12 oktober 2010
feminisme
Ik heb even geaarzeld of ik er over zou schrijven omdat ik er niet helemaal uit ben of het een relevant thema is voor mijn blog. Maar het zit me dwars, dus wil ik er iets over kwijt.
Ik zou mezelf niet snel een feministe noemen. Een aantal generaties vrouwen heeft gevochten voor gelijke rechten en dat heeft er toe geleid dat meisjes kunnen studeren, stemmen, werken en dat we hier in Nederland gelijkwaardig zijn aan mannen. Ik ben er dankbaar voor dat er vrouwen zijn geweest die al hun energie in die strijd hebben gegooid. Ik geniet van de mogelijkheden die ik heb en mijn twaalfjarige dochter kan zich niet voorstellen dat er op de wereld vrouwen zijn die bij wet als minderwaardig aan mannen worden beschouwd.
In het nieuwe kabinet worden straks welgeteld3 4 vrouwen benoemd. Daar tegenover staan 17 16 mannen die met elkaar de zwaarste (lees: belangrijkste) portefeuilles beheren. In de samenleving is op dit moment iets meer dan de helft vrouw. Waar gaat dit fout? Jorritsma en Kroes waren - in mijn optiek terecht - bijzonder kritisch over dit scheve kabinet. De repliek daarop was dat er gekozen werd voor kwaliteit, niet voor geslacht. Pardon?
We krijgen een kabinet dat bijna geheel uit het old boys network van Rutte-Verhagen komt. Kwalitatief goede vrouwen voor ministersfuncties vinden is volgens mij een kwestie van intelligent zoeken. Het old boys network heet niet voor niets zo; het wemelt daar van de heren die hoge politieke, bestuurlijke of zakelijke functies bekleden. Een erg gemakkelijke vijver om in de vissen, maar laten we helder zijn: een feestjurk vind je ook niet in een herenmodezaak. Het lijkt me dat ze toch voldoende tijd hebben gehad om naar geschikte vrouwen te zoeken.
Ik ben altijd tegen een quotum geweest om vrouwen aan bepaalde posities te helpen, maar nu ik dit anno 2010 meemaak kom ik terug op dit standpunt. Kennelijk moet creativiteit om de goede mensen te zoeken op deze flauwe manier afgedwongen worden.
Wat vinden jullie? Maakt een quotum - op welke "minderheidsgroepering" dan ook - dat invloedrijke posities beter verdeeld worden? En maakt een eerlijker verdeling tussen mannen en vrouwen dat belangen beter vertaald worden?
Ik zou mezelf niet snel een feministe noemen. Een aantal generaties vrouwen heeft gevochten voor gelijke rechten en dat heeft er toe geleid dat meisjes kunnen studeren, stemmen, werken en dat we hier in Nederland gelijkwaardig zijn aan mannen. Ik ben er dankbaar voor dat er vrouwen zijn geweest die al hun energie in die strijd hebben gegooid. Ik geniet van de mogelijkheden die ik heb en mijn twaalfjarige dochter kan zich niet voorstellen dat er op de wereld vrouwen zijn die bij wet als minderwaardig aan mannen worden beschouwd.
In het nieuwe kabinet worden straks welgeteld
We krijgen een kabinet dat bijna geheel uit het old boys network van Rutte-Verhagen komt. Kwalitatief goede vrouwen voor ministersfuncties vinden is volgens mij een kwestie van intelligent zoeken. Het old boys network heet niet voor niets zo; het wemelt daar van de heren die hoge politieke, bestuurlijke of zakelijke functies bekleden. Een erg gemakkelijke vijver om in de vissen, maar laten we helder zijn: een feestjurk vind je ook niet in een herenmodezaak. Het lijkt me dat ze toch voldoende tijd hebben gehad om naar geschikte vrouwen te zoeken.
Ik ben altijd tegen een quotum geweest om vrouwen aan bepaalde posities te helpen, maar nu ik dit anno 2010 meemaak kom ik terug op dit standpunt. Kennelijk moet creativiteit om de goede mensen te zoeken op deze flauwe manier afgedwongen worden.
Wat vinden jullie? Maakt een quotum - op welke "minderheidsgroepering" dan ook - dat invloedrijke posities beter verdeeld worden? En maakt een eerlijker verdeling tussen mannen en vrouwen dat belangen beter vertaald worden?
09 oktober 2010
zuinige Sint
Met temperaturen rond de 20 graden en een strak blauwe hemel lijkt het misschien een tikje absurd, maar dit weekend begin ik met mijn voorbereidingen voor Sinterklaas. De afgelopen jaren heb ik geleerd dat op tijd beginnen het verzamelen van kado's veel stress en bovendien geld scheelt.
Het is geen geheim dat wij van huize Eenvoud in de weekenden graag rommelmarkten af snuffelen. En met in het achterhoofd de familieleden die bij ons Sinterklaas vieren kunnen we alvast wat leuke dingen 'scoren'. Boeken, kookgerei, knutselspullen, sportspullen; als je je ogen open houdt vind je voor iedereen iets passends.
Vorig jaar ben ik ook begonnen met het zelf maken van kado's. Zo had ik mezelf in het najaar net bekwaamd in het zeep maken en dat leek me een uitstekend presentje voor de oma's. Op de rommelmarkt een mooie zeepstempel gevonden, verschillende ingrediënten verzameld uit de nazomerse tuin om de zeep net dat beetje extra te geven (denk: lavendel, rozemarijn, salie) en ik had een paar heel geslaagde kadootjes.
Ook het maken van culinaire kadootjes beviel vorig jaar erg goed. Potjes kastanjepuree en kruidenzout vielen erg in de smaak en waren leuk om te maken. Het is voor de kastanjepuree natuurlijk verstandig om het niet te lang voor Sinterklaas te bereiden in verband met de beperkte houdbaarheid (iemand al ergens tamme kastanjes gezien dit seizoen trouwens?).
Ideeën voor dit jaar:
Een zelfgemaakte mueslimix in een mooi potje
Kruidenolie en kruidenazijn
Een receptenboekje
Chocoladetruffels
Snack-dennenappel voor mezen
Geurzakjes met lavendel
Kruidenzaden in mooie zakjes (geoogst uit eigen tuin)
Ik ben erg benieuwd of jullie goede ideeën hebben voor een zuinige Sinterklaas!
Het is geen geheim dat wij van huize Eenvoud in de weekenden graag rommelmarkten af snuffelen. En met in het achterhoofd de familieleden die bij ons Sinterklaas vieren kunnen we alvast wat leuke dingen 'scoren'. Boeken, kookgerei, knutselspullen, sportspullen; als je je ogen open houdt vind je voor iedereen iets passends.
Vorig jaar ben ik ook begonnen met het zelf maken van kado's. Zo had ik mezelf in het najaar net bekwaamd in het zeep maken en dat leek me een uitstekend presentje voor de oma's. Op de rommelmarkt een mooie zeepstempel gevonden, verschillende ingrediënten verzameld uit de nazomerse tuin om de zeep net dat beetje extra te geven (denk: lavendel, rozemarijn, salie) en ik had een paar heel geslaagde kadootjes.
Ook het maken van culinaire kadootjes beviel vorig jaar erg goed. Potjes kastanjepuree en kruidenzout vielen erg in de smaak en waren leuk om te maken. Het is voor de kastanjepuree natuurlijk verstandig om het niet te lang voor Sinterklaas te bereiden in verband met de beperkte houdbaarheid (iemand al ergens tamme kastanjes gezien dit seizoen trouwens?).
Ideeën voor dit jaar:
Een zelfgemaakte mueslimix in een mooi potje
Kruidenolie en kruidenazijn
Een receptenboekje
Chocoladetruffels
Snack-dennenappel voor mezen
Geurzakjes met lavendel
Kruidenzaden in mooie zakjes (geoogst uit eigen tuin)
Ik ben erg benieuwd of jullie goede ideeën hebben voor een zuinige Sinterklaas!
02 oktober 2010
herfst
De herfst is begonnen. Mijn tuin begint in een hoog tempo te verkleuren, vorige week heb ik met mijn zoon kilo's heerlijke appels geplukt, de pompoenen in de moestuin roepen een Halloween-gevoel op. We hebben deze week weer voor het eerst stamppot gegeten en het huis staat gezellig vol kaarsen.
Vroeger vond ik de herfst niets anders dan een tragisch einde van de zomer. De tijd dat de vakanties achter de rug waren, dat er een periode van hard leren of werken aanbrak, dat de dagen kort werden en het weer lamlendig. Ik was, kortom, niet bepaald enthousiast bij het vallen van de bladeren. Overigens vond ik de winter steevast saai en kil en vanaf het vroege voorjaar werd ik geveld door hooikoorts, waardoor ik ondanks de betere temperaturen niet lekker in mijn vel zat. Mijn leven speelde zich af in de zomer, de rest van het jaar dacht ik melancholisch terug aan de zomer of telde ik de dagen af tot de volgende zomer. In de zomer voelde ik me licht, onbezorgd en energiek. Dat gevoel wilde ik het hele jaar, alleen werkte het Nederlandse klimaat niet mee. Vond ik.
Het veranderde heel geleidelijk toen ik in 2008 mijn eerste moestuin kreeg. Het verdiende de naam moestuin eigenlijk niet eens; het was een overgebleven schooltuintje van een paar vierkante meters. Ik kreeg het lapje grond middenin de lente en het dwong me om al sniffend en piepend van de hooikoorts toch flink aan het werk te gaan om te spitten, te zaaien en te wieden. De zomer was prachtig en leverde naast de gebruikelijke lichte vrolijkheid ook nog eens een hoop verse groenten uit eigen tuin op. Bovendien juichte ik voor het eerst van mijn leven ieder zomers buitje toe, waar ik me voorheen vooral verraden voelde als het een paar dagen minder goed weer was.
Toen de herfst aantrad gebeurde er iets wonderlijks. Waar ik normaal wegzakte in zwaarmoedigheid, had het winterklaar maken van mijn tuin een louterende werking. De zomer was bijzonder productief geweest, de tuin had zijn werk gedaan maar was nu klaar voor verdiende rust. Het afgevallen herfstblad werd als extra voeding door de grond geschoffeld, de plantenresten naar de composthoop gebracht, wat winterharde groenten bleven in een hoekje van de tuin staan. Ik plantte wat bolletjes die zich op hun gemak konden ontwikkelen in de komende wintermaanden en liet de tuin diep in de herfst achter om bij te komen. Thuis was het moment aangebroken om de laatste groenten in te maken; de vruchten en groenten die nog in de garage lagen transformeerden tot jams, chutneys en allerlei sauzen.
Er kwam storm, er kwam veel regen en later zelfs sneeuw en vorst. De eerste zaadcatalogi vielen meteen na de feestdagen op de mat en het mijmeren over een nieuw tuinseizoen begon. Toen de ergste vorst achter de rug was ging ik naar de tuin om de bomen te snoeien en eventuele winterschade te verhelpen. Het was pas februari, de lente was nog ver weg en toch waren in alle bomen en vruchtenstruiken de knoppen in aanleg al aanwezig. Terwijl gevoelsmatig de natuur nog in de ijskast stond, bleek mijn tuin in aanleg al klaar om bij de eerste voorjaarszon uit zijn voegen te barsten.
De vensterbank begon zich te vullen met eerste zaaisels en al vroeg in het jaar konden de eerste uien, rapen en kool de nog koude grond in. De knofloken, spruiten en kolen die in de tuin overwinterd hadden bleken na een koude periode nóg lekkerder te smaken.
Ik besef steeds meer dat ik zo van de zomer houd bij de gratie van de andere seizoenen. De zomer is voor mij een extraverte periode; mijn leven is op buiten gericht en staat in het teken van productiviteit en energie. In de herfst breekt een periode van bezinning aan, het leven maakt zich klaar voor een rustperiode. Ik krijg een soort nesteldrang; mijn huis wordt in orde gemaakt voor de winter met kaarsjes, plaids en lekker eten. Het ruikt buiten heerlijk aards en ik heb zin in aardse smaken, zoals geroosterde pompoen en warme stoofpotten. Zowel de natuur als ikzelf zijn in transitie. De winter staat in het teken van verbinding met mijn gezin, familie en vrienden. Het leven speelt zich grotendeels binnen af en draait om gezelligheid en aandacht voor elkaar.
De lente markeert een nieuwe start; het leven komt weer langzaam op gang. De eerste keer dat het naar lente ruikt kan mijn geluk niet op. Maar ik besef inmiddels ook dat ik de lente alleen maar kan ruiken omdat het zo lang geen lente is geweest.
Het hele jaar zomer zou betekenen dat uiteindelijk mijn batterij leeg zou zijn van al die activiteit en dat ik aan contemplatie amper toe zou komen. Eerlijk is eerlijk, ik sta nog steeds niet altijd te juichen over het Nederlandse klimaat, maar ik verzet me er ook niet meer tegen. En dat maakt dat ik uit elk seizoen kan halen wat er in zit.
Vroeger vond ik de herfst niets anders dan een tragisch einde van de zomer. De tijd dat de vakanties achter de rug waren, dat er een periode van hard leren of werken aanbrak, dat de dagen kort werden en het weer lamlendig. Ik was, kortom, niet bepaald enthousiast bij het vallen van de bladeren. Overigens vond ik de winter steevast saai en kil en vanaf het vroege voorjaar werd ik geveld door hooikoorts, waardoor ik ondanks de betere temperaturen niet lekker in mijn vel zat. Mijn leven speelde zich af in de zomer, de rest van het jaar dacht ik melancholisch terug aan de zomer of telde ik de dagen af tot de volgende zomer. In de zomer voelde ik me licht, onbezorgd en energiek. Dat gevoel wilde ik het hele jaar, alleen werkte het Nederlandse klimaat niet mee. Vond ik.
Het veranderde heel geleidelijk toen ik in 2008 mijn eerste moestuin kreeg. Het verdiende de naam moestuin eigenlijk niet eens; het was een overgebleven schooltuintje van een paar vierkante meters. Ik kreeg het lapje grond middenin de lente en het dwong me om al sniffend en piepend van de hooikoorts toch flink aan het werk te gaan om te spitten, te zaaien en te wieden. De zomer was prachtig en leverde naast de gebruikelijke lichte vrolijkheid ook nog eens een hoop verse groenten uit eigen tuin op. Bovendien juichte ik voor het eerst van mijn leven ieder zomers buitje toe, waar ik me voorheen vooral verraden voelde als het een paar dagen minder goed weer was.
Toen de herfst aantrad gebeurde er iets wonderlijks. Waar ik normaal wegzakte in zwaarmoedigheid, had het winterklaar maken van mijn tuin een louterende werking. De zomer was bijzonder productief geweest, de tuin had zijn werk gedaan maar was nu klaar voor verdiende rust. Het afgevallen herfstblad werd als extra voeding door de grond geschoffeld, de plantenresten naar de composthoop gebracht, wat winterharde groenten bleven in een hoekje van de tuin staan. Ik plantte wat bolletjes die zich op hun gemak konden ontwikkelen in de komende wintermaanden en liet de tuin diep in de herfst achter om bij te komen. Thuis was het moment aangebroken om de laatste groenten in te maken; de vruchten en groenten die nog in de garage lagen transformeerden tot jams, chutneys en allerlei sauzen.
Er kwam storm, er kwam veel regen en later zelfs sneeuw en vorst. De eerste zaadcatalogi vielen meteen na de feestdagen op de mat en het mijmeren over een nieuw tuinseizoen begon. Toen de ergste vorst achter de rug was ging ik naar de tuin om de bomen te snoeien en eventuele winterschade te verhelpen. Het was pas februari, de lente was nog ver weg en toch waren in alle bomen en vruchtenstruiken de knoppen in aanleg al aanwezig. Terwijl gevoelsmatig de natuur nog in de ijskast stond, bleek mijn tuin in aanleg al klaar om bij de eerste voorjaarszon uit zijn voegen te barsten.
De vensterbank begon zich te vullen met eerste zaaisels en al vroeg in het jaar konden de eerste uien, rapen en kool de nog koude grond in. De knofloken, spruiten en kolen die in de tuin overwinterd hadden bleken na een koude periode nóg lekkerder te smaken.
Ik besef steeds meer dat ik zo van de zomer houd bij de gratie van de andere seizoenen. De zomer is voor mij een extraverte periode; mijn leven is op buiten gericht en staat in het teken van productiviteit en energie. In de herfst breekt een periode van bezinning aan, het leven maakt zich klaar voor een rustperiode. Ik krijg een soort nesteldrang; mijn huis wordt in orde gemaakt voor de winter met kaarsjes, plaids en lekker eten. Het ruikt buiten heerlijk aards en ik heb zin in aardse smaken, zoals geroosterde pompoen en warme stoofpotten. Zowel de natuur als ikzelf zijn in transitie. De winter staat in het teken van verbinding met mijn gezin, familie en vrienden. Het leven speelt zich grotendeels binnen af en draait om gezelligheid en aandacht voor elkaar.
De lente markeert een nieuwe start; het leven komt weer langzaam op gang. De eerste keer dat het naar lente ruikt kan mijn geluk niet op. Maar ik besef inmiddels ook dat ik de lente alleen maar kan ruiken omdat het zo lang geen lente is geweest.
Het hele jaar zomer zou betekenen dat uiteindelijk mijn batterij leeg zou zijn van al die activiteit en dat ik aan contemplatie amper toe zou komen. Eerlijk is eerlijk, ik sta nog steeds niet altijd te juichen over het Nederlandse klimaat, maar ik verzet me er ook niet meer tegen. En dat maakt dat ik uit elk seizoen kan halen wat er in zit.
Abonneren op:
Posts (Atom)