17 maart 2012

tuin-evolutie

Ik woon in de stad en ben gezegend met een bescheiden tuin, een houten vlondertje aan een sloot en een dakterras. Toen ik hier precies tien jaar geleden kwam wonen was de tuin niet meer dan een zandhoop met veel puin. Omdat de kinderen nog heel klein waren besloten we een klein stukje gras aan te leggen waar ze op konden dollen en verder de boel als terras te bestraten. Naast het terras kwamen twee zeer bescheiden borders waar ik wat éénjarig spul in plantte om het op te vrolijken.



Maar ik werd gegrepen door het tuiniervirus en al snel bleken de twee kleine borders niet genoeg om mijn ei in kwijt te kunnen. Ieder seizoen werden stukjes gazon afgestoken om er planten in te zetten, tot ik zo’n vijf jaar geleden besloot het gazon er maar helemaal uit te halen. Stukje bij beetje stak ik vierkante lapjes gras af, keerde het om en voorzag het van een organische bovenlaag. Een seizoen ging voorbij en het volgende voorjaar had ik een prachtig, grasvrij stuk zwarte aarde.

Onder de dunne bovenste laag was echter nog steeds sprake van zilvergrijs zand en puin; prima om te bestraten (waar de meeste mensen in deze buurt voor kiezen), maar niet als vruchtbare basis voor een oase van planten. De bokashibak deed zijn intrede in ons huis. Iedere keer dat de inhoud van een goed gevulde bokashibak werd ingegraven in de tuin, verbaasde ik me dat het in een paar weken volledig transformeerde tot perfecte zwarte, vruchtbare aarde dat wemelde van de wormen. Bij het aanplanten van iedere nieuwe plant werd het gat eerst voorzien van een basislaag bokashi, dan wat aarde en dan de plant. En dat bleek in perfecte, sterke planten te resulteren.



Na het eerste seizoen bokashituinieren was het aanvankelijk dunne vruchtbare bovenlaagje van een centimeter of tien aangegroeid tot ongeveer vijfentwintig centimeter. Ieder seizoen groeide door inspoelen, wormen en aanvullen van het organisch materiaal de vruchtbare laag verder aan en verbeterde de kwaliteit en het bodemleven.

In de zomer 2008 gooiden we als gezin het roer om en besloten we van consument zoveel mogelijk te transformeren tot producent. Biologisch eten uit het seizoen stond hoog op ons verlanglijstje. Aangezien het biologische groenteabonnement behoorlijk duur was en bovendien een dorp verderop moest worden opgehaald (wat dan vaak weer met de auto gebeurde) huurde ik een stukje moestuin in de buurt. Eenmaal kennisgemaakt met hoe makkelijk én leuk het was om je eigen eten te verbouwen, begon ook de huis-tuin-en-keukentuin langzaam maar zeker te transformeren. Tussen de sierplanten kwamen steeds vaker potten met sla te staan en ook het kruidentuintje deed zijn intrede om nooit meer weg te gaan. Op de oprit kwamen kuipen met kleine maar zéér productieve fruitbomen, er kwam een koude bak om het seizoen te verlengen, er werd een framboos en een braam aangeplant.



Afgelopen zomer namen de eetbare planten voor het eerst de overhand en stond er snijbiet tussen de hosta’s, venkel naast het siergras en kronkelden de pompoenen tussen de bloemen door. Op de oprit stonden potten met diverse soorten tomaten en een grote kuip met aardappelen. Met ingang van dit jaar heb ik mijn moestuin opgezegd en ga ik alleen nog maar aan huis tuinieren. Dat betekent dat ik me bij iedere plant die de grond in gaat afvraag wat hij voor waarde kan geven aan mijn wens om te produceren in plaats van te consumeren: is hij eetbaar? Zo niet, is hij aantrekkelijk voor bijen of andere bestuivende insecten? Houdt de plant plagen bij andere, eetbare, soorten op afstand?



Op het dakterras, dat vanwege wind tamelijk onherbergzaam is, heb ik een paar weken geleden grote bakken met aardpeer neergezet die als windkering gaan dienen. Zodra deze aanslaan en de temperaturen buiten nog wat stijgen komt in de luwte daar achter een houten vierkante meter-tuin met allerhande groenten en kruiden die veel zonne-uren per dag nodig hebben.

Zo heeft mijn tuin zich ontwikkeld van praktische gezinstuin tot de producerende stadstuin die het inmiddels is geworden, onder het motto: hoezo ruimtegebrek? Uiteraard is het niet voldoende oppervlak om volledig onafhankelijk te worden van de groenteboer, maar in het hoogseizoen komt het zeker voor dat ik de supermarkt een aantal weken niet van binnen zie. En er is echt niets zo lekker als een roerbakschotel uit eigen tuin.

maart 2012

10 opmerkingen:

  1. Wat mooi zeg! Ik vind het knap hoe je er zo mee bezig bent, hoewel ik me er wel meer in verdiep, vind ik het nog behoorlijk lastig. Ik heb er ook niet echt veel gevoel voor.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik weet niet of het een kwestie is of je er wel of niet gevoel voor hetbt; het begint met je er in interesseren en verdiepen. En daarna héél veel fouten maken. Dan ontstaat het gevoel vanzelf ;)

      Verwijderen
  2. Ik zit nog in een beginfase maar ook hier maken sierplanten steeds meer plaats voor eetbare varianten.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dan wens ik je een héél vruchtbaar (en lekker) tuinseizoen!

      Verwijderen
  3. Wat leuk om te lezen!
    Inspirerend hoeveel je weet te doen met een relatief klein oppervlak.
    Dat moet hier dan toch ook kunnen...

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat hoop ik inderdaad te bereiken door te bloggen over mijn ervaringen. Jarenlang ben ik op zoek geweest naar een betaalbaar huis met grote tuin. Maar nu blijkt dat er zo veel groenten gewoon in een pot in een piepklein hoekje naast de voordeur of op het terras kunnen ben ik hartstikke tevreden met mijn bescheiden buitenruimte.

      Verwijderen
  4. Waarschijnlijk ken je Alys Fowler van Edible gardens wel: http://www.youtube.com/playlist?list=PLB33272A4DAC25CC3&feature=plcp (volledige afleveringen in Engels)

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb een boek van haar, maar deze serie heb ik gemist. Leuk!!

      Verwijderen
  5. Wat klinkt dat goed. Misschien is er zoiets voor mij weggelegd,als de hond wat ouder is. Nu heb ik maar een paar bakken met eetbaars en mag de hond in de tuin spelen. groeten Izerina

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Met bakken kun je héél productief zijn hoor; ik denk dat van mijn oogst meer dan de helft uit bakken komt!

      Verwijderen