Ik ben een weekje uit de lucht. Niet omdat ik op vakantie of op zakenreis ga, maar omdat ik even wat dingetjes wil reorganiseren. Mijn huishouden, het helpen bij het schoolwerk van mijn kinderen, mijn werk (ik heb op dit moment tijdelijk anderhalve baan), mijn dag/nachtritme en de invulling van mijn vrije tijd.
Bloggen is een geweldige uitlaatklep, maar het is voor mij ook regelmatig een excuus om me niet bezig te houden met waar ik eigenlijk écht mee aan de slag moet. Het is heerlijk om te mijmeren over boeken of artikelen die ik heb gelezen, het is geweldig om nieuwe recepten uit te proberen of mezelf nieuwe vaardigheden aan te leren, om daar vervolgens over te schrijven en al jullie reacties te lezen. En daar dan weer heerlijk over na te denken.
Maar wat er nu even moet gebeuren is prioriteren, hergroeperen en reorganiseren. Soms is bewust leven ook: niet teveel bespiegelingen, maar even terug naar de basis en dat praktisch inrichten. Zodat je daarmee voor jezelf duurzaam ruimte creëert om wel weer schaamteloos te dromen.
23 september 2010
19 september 2010
venus en mars
Gisteren zijn we naar het stuk Mannen komen van Mars, vrouwen van Venus van Huub Stapel geweest. Naar aanleiding van het bekende boek van John Gray (wat ik overigens nooit gelezen heb) gaat Stapel de dialoog aan met het publiek en dat levert een hoop herkenbaarheid en hilariteit op.
Man zit in auto en verdwaalt. Man weigert de weg te vragen, want mannen verdwalen niet. Als de nood echt aan de man is zoekt hij een deskundige autoriteit om hem verder te helpen, zoals een politieman. Vrouw stapt in vergelijkbare situatie meteen uit en schiet de eerste de beste persoon aan in de buurt. Raakt aan de praat met de vreemde over het weer, de kinderen en de vakantie en constateert bij het instappen dat ze helemaal vergeten is de weg te vragen.
Man en vrouw gaan op visite bij vrienden die vier uur rijden bij hun vandaan wonen. Bij aankomst vraagt vriendin aan vrouw hoe de reis geweest is. Ging het goed met de kinderen op de achterbank? Geen files? En enige vraag van vriend aan man is: hoe lang hebben jullie er over gedaan?
We hebben een prima avond gehad maar de vraag die ons overviel op de terugweg was: zijn die verschillen tussen man en vrouw nou echt zo groot als in het in het stuk wordt voorgesteld? Uiteraard zijn de verschillen voor het theatrale effect wat opgeblazen, maar sommige dingen herkende ik gewoonweg helemaal niet, terwijl er wel enthousiaste bijval kwam vanuit de zaal.
In hoofdlijnen kwam het er op neer dat de belangrijkste drijfveer van mannen in een relatie vertrouwen en goedkeuring zijn. Bij vrouwen zijn het begrip en aandacht. Tot op zekere hoogte denk ik dat dat klopt. Maar kijk ik naar de mannen in mijn directe omgeving, dan zijn de scheidslijnen tussen mannelijk en vrouwelijk helemaal niet meer zo scherp te trekken. Zeker de generatie jongere mannen is net zo gevoelig voor goedkeuring (wie trouwens niet?) als voor aandacht en begrip. Vrouwen zijn zich steeds meer in een zakelijke omgeving gaan manifesteren en daarin vormt juist vertrouwen en goedkeuring een rode draad.
Opvallend was dat de zaal voor het merendeel vol zat met de generatie van mijn ouders; vroege zestigers. Een generatie die, althans in mijn omgeving, nog een vrij traditionele rolverdeling hanteerde. Vooral daar leidde de herkenbaarheid tot luid bevestigend commentaar uit de zaal.
Dat bracht mij op de vraag: is met het loslaten van de traditionele rolpatronen tussen mannen en vrouwen ook het emotionele onderscheid tussen mannen en vrouwen een stuk vloeibaarder geworden?
Man zit in auto en verdwaalt. Man weigert de weg te vragen, want mannen verdwalen niet. Als de nood echt aan de man is zoekt hij een deskundige autoriteit om hem verder te helpen, zoals een politieman. Vrouw stapt in vergelijkbare situatie meteen uit en schiet de eerste de beste persoon aan in de buurt. Raakt aan de praat met de vreemde over het weer, de kinderen en de vakantie en constateert bij het instappen dat ze helemaal vergeten is de weg te vragen.
Man en vrouw gaan op visite bij vrienden die vier uur rijden bij hun vandaan wonen. Bij aankomst vraagt vriendin aan vrouw hoe de reis geweest is. Ging het goed met de kinderen op de achterbank? Geen files? En enige vraag van vriend aan man is: hoe lang hebben jullie er over gedaan?
We hebben een prima avond gehad maar de vraag die ons overviel op de terugweg was: zijn die verschillen tussen man en vrouw nou echt zo groot als in het in het stuk wordt voorgesteld? Uiteraard zijn de verschillen voor het theatrale effect wat opgeblazen, maar sommige dingen herkende ik gewoonweg helemaal niet, terwijl er wel enthousiaste bijval kwam vanuit de zaal.
In hoofdlijnen kwam het er op neer dat de belangrijkste drijfveer van mannen in een relatie vertrouwen en goedkeuring zijn. Bij vrouwen zijn het begrip en aandacht. Tot op zekere hoogte denk ik dat dat klopt. Maar kijk ik naar de mannen in mijn directe omgeving, dan zijn de scheidslijnen tussen mannelijk en vrouwelijk helemaal niet meer zo scherp te trekken. Zeker de generatie jongere mannen is net zo gevoelig voor goedkeuring (wie trouwens niet?) als voor aandacht en begrip. Vrouwen zijn zich steeds meer in een zakelijke omgeving gaan manifesteren en daarin vormt juist vertrouwen en goedkeuring een rode draad.
Opvallend was dat de zaal voor het merendeel vol zat met de generatie van mijn ouders; vroege zestigers. Een generatie die, althans in mijn omgeving, nog een vrij traditionele rolverdeling hanteerde. Vooral daar leidde de herkenbaarheid tot luid bevestigend commentaar uit de zaal.
Dat bracht mij op de vraag: is met het loslaten van de traditionele rolpatronen tussen mannen en vrouwen ook het emotionele onderscheid tussen mannen en vrouwen een stuk vloeibaarder geworden?
12 september 2010
terug naar de natuur
Op dit moment ben ik bezig in de Ringing Cedars serie en ik ben er nog niet helemaal uit wat ik er van vind.
Waar gaat het over? In 1995 stuit een zakenman in de Siberische wildernis op een jonge vrouw, Anastasia. Tijdens de paar dagen die hij met haar doorbrengt komt hij tot de ontdekking dat ze over een ongelofelijke wijsheid beschikt over leven in de natuur, over voeding, over menselijke interactie, over opvoeding van kinderen. Daarnaast heeft zij sterk ontwikkelde bovennatuurlijke gaven, waardoor ze op afstand mensen kan genezen en gedachten en gevoelens kan lezen.
De zakenman heeft na de ontmoeting met Anastasia zijn handel gelaten voor wat het is en zich gestort op het schrijven over zijn dialogen met de jonge vrouw. Er worden aan deze boeken allerlei mystieke eigenschappen toegedicht; mensen zeggen hun baan op na het lezen, er zijn Anastasia-communes opgericht waarin groepen mensen zelfvoorzienend gaan leven en veel mensen ervaren een gevoel van bevrijding of welbehagen tijdens het lezen. Op internet wemelt het van de Anastasia-adepten en Ringing Cedars-groepen.
Het boek zet inderdaad aan het denken. De woorden die uit Anastasia's mond zijn opgetekend zijn bijzonder en geven aan sommige thema's (familie, milieu, onze relatie met dieren) een heel nieuwe invalshoek. Maar ik moet bekennen dat ik grote moeite heb met bepaalde gebeurtenissen in het boek. De ervaringen van Anastasia met dieren komen me eerder voor als een sprookje dan als een waargebeurd feit. Ik kan me simpelweg niet voorstellen dat eekhoorns een mens noten zouden voeren of dat een mens tegen een wilde beer aan slaapt om warm te blijven. Het is Anastasia tot nu toe gelukt om in de anonimiteit te blijven, ondanks grote groepen aanhangers die de Siberische taiga uitkammen op zoek naar hun goeroe.
De overkoepelende boodschap van de boeken is er echter één die me bezighoudt. Ergens in de loop van de geschiedenis zijn we ver van de natuur afgeraakt. Dingen als geld, status en snelle kicks (een vette hap, gokken, heftige kermisattracties of gewelddadige films, vluchtige seks) werden belangrijk. En toch zijn we daar met z'n allen niet gelukkiger van geworden. De boeken geven handvatten om onze toekomst een positieve wending te geven door terug te gaan naar waar we ooit zijn losgeraakt.
Maar in hoeverre zijn we in staat om daadwerkelijk terug te keren naar de natuur? Onze hele samenleving, economie en rechtsstelsel is ingericht op eigendom, consumeren en concurrentie. Als ik het even bij mezelf houd dan weet ik dat ik een leven op zijn Anastasia's niet lang volhoud. Zonder kleding of huis om me te beschermen tegen kou en met louter eten wat ik uit de natuur bij elkaar verzamel vrees ik dat ik binnen de kortste keren bezwijk. Is onze natuur nog wel geschikt om je in terug te trekken? Is er in dit dichtbevolkte land nog wel genoeg geschikt land vrij te maken voor mensen die er met elkaar voor kiezen om zelfvoorzienend te leven?
Kortom; zijn we niet zover van onze oorsprong losgeraakt dat we niet meer in staat zijn een stap terug te maken?
P.s. Voor de liefhebber: de boeken zijn zowel te bestellen via Bol als via Amazon (zie advertentie rechts). Als je er meerdere via Amazon bestelt, is het ondanks de hogere verzendkosten goedkoper!
Waar gaat het over? In 1995 stuit een zakenman in de Siberische wildernis op een jonge vrouw, Anastasia. Tijdens de paar dagen die hij met haar doorbrengt komt hij tot de ontdekking dat ze over een ongelofelijke wijsheid beschikt over leven in de natuur, over voeding, over menselijke interactie, over opvoeding van kinderen. Daarnaast heeft zij sterk ontwikkelde bovennatuurlijke gaven, waardoor ze op afstand mensen kan genezen en gedachten en gevoelens kan lezen.
De zakenman heeft na de ontmoeting met Anastasia zijn handel gelaten voor wat het is en zich gestort op het schrijven over zijn dialogen met de jonge vrouw. Er worden aan deze boeken allerlei mystieke eigenschappen toegedicht; mensen zeggen hun baan op na het lezen, er zijn Anastasia-communes opgericht waarin groepen mensen zelfvoorzienend gaan leven en veel mensen ervaren een gevoel van bevrijding of welbehagen tijdens het lezen. Op internet wemelt het van de Anastasia-adepten en Ringing Cedars-groepen.
Het boek zet inderdaad aan het denken. De woorden die uit Anastasia's mond zijn opgetekend zijn bijzonder en geven aan sommige thema's (familie, milieu, onze relatie met dieren) een heel nieuwe invalshoek. Maar ik moet bekennen dat ik grote moeite heb met bepaalde gebeurtenissen in het boek. De ervaringen van Anastasia met dieren komen me eerder voor als een sprookje dan als een waargebeurd feit. Ik kan me simpelweg niet voorstellen dat eekhoorns een mens noten zouden voeren of dat een mens tegen een wilde beer aan slaapt om warm te blijven. Het is Anastasia tot nu toe gelukt om in de anonimiteit te blijven, ondanks grote groepen aanhangers die de Siberische taiga uitkammen op zoek naar hun goeroe.
De overkoepelende boodschap van de boeken is er echter één die me bezighoudt. Ergens in de loop van de geschiedenis zijn we ver van de natuur afgeraakt. Dingen als geld, status en snelle kicks (een vette hap, gokken, heftige kermisattracties of gewelddadige films, vluchtige seks) werden belangrijk. En toch zijn we daar met z'n allen niet gelukkiger van geworden. De boeken geven handvatten om onze toekomst een positieve wending te geven door terug te gaan naar waar we ooit zijn losgeraakt.
Maar in hoeverre zijn we in staat om daadwerkelijk terug te keren naar de natuur? Onze hele samenleving, economie en rechtsstelsel is ingericht op eigendom, consumeren en concurrentie. Als ik het even bij mezelf houd dan weet ik dat ik een leven op zijn Anastasia's niet lang volhoud. Zonder kleding of huis om me te beschermen tegen kou en met louter eten wat ik uit de natuur bij elkaar verzamel vrees ik dat ik binnen de kortste keren bezwijk. Is onze natuur nog wel geschikt om je in terug te trekken? Is er in dit dichtbevolkte land nog wel genoeg geschikt land vrij te maken voor mensen die er met elkaar voor kiezen om zelfvoorzienend te leven?
Kortom; zijn we niet zover van onze oorsprong losgeraakt dat we niet meer in staat zijn een stap terug te maken?
P.s. Voor de liefhebber: de boeken zijn zowel te bestellen via Bol als via Amazon (zie advertentie rechts). Als je er meerdere via Amazon bestelt, is het ondanks de hogere verzendkosten goedkoper!
08 september 2010
verhaaltjes van het werk
Truus en Bep zijn zussen. Ze hebben hun zaakjes goed voor elkaar. Ze zijn altijd bij hun moeder blijven wonen, maar sinds die enkele jaren geleden is overleden, redden ze het eigenlijk prima samen. Hun piepkleine tuintje staat vol blije kabouters, in huis is regelmatig een lekker moppie Nederlandstalige muziek te horen. Geld voor verse bloemen is er niet, maar dat wordt ruimschoots gecompenseerd door de vele beeldjes van herderinnetjes, die zonder uitzondering een mand met porseleinen bloemen dragen.
Elke ochtend om vijf voor half acht stappen Truus en Bep in hun rode brommobiel. Dat valt niet mee, want Truus en Bep passen er samen maar net in. Maar toch: exact om kwart voor acht komen ze door de poort, klaar voor de nieuwe werkdag. Bep en Truus doen geen ingewikkeld werk, maar wat ze doen, doen ze goed: op de verpakkingsafdeling zijn ze verantwoordelijk voor het inpakken van producten voor supermarkten. Soms zijn het blikken doperwten, dan weer snoeprolletjes en soms van die lastige Soep-in-zak verpakkingen. Tussendoor roken Truus en Bep zo nu en dan samen een shaggie en drinken ze een bakkie. Om kwart over vier tuft de zwaar belaste brommobiel weer met beide dames de poort uit.
Zo ging het al jaren, tot net voor de zomer. Dingen veranderden. Truus en Bep kwamen lopend en zagen er steeds vermoeider en onverzorgder uit. Op vragen over de brommobiel werd ontwijkend geantwoord. De dames keken zorgelijk en waren voor hun doen erg stil en kortaf. Als Benny Neyman, hun grote idool, over de werkvloer schalde zongen ze niet meer mee.
Na het een tijdje aangezien te hebben besloot hun chef Bep en Truus apart te nemen en ze nu eens wat minder vrijblijvend aan de tand te voelen over wat er aan de hand was. Hortend en stotend kwam het verhaal eruit.
Op een mooie, warme dag had Truus voor de voordeur een shaggie zitten roken en had Bep alle ramen open gezet om de boel eens lekker door te luchten. Nadat Bep zich naast haar zus had gezeteld om ook een peuk te rollen, waaide door de tocht de deur met zo'n klap dicht dat de kast in de hal voorover klapte en de deur blokkeerde.
Wat nu te doen? Alle ramen op de eerst verdieping stonden open, maar door het forse overgewicht van de dames was naar boven klimmen geen optie. En de mevrouw van maatschappelijk werk had na het overlijden van moeder een paar keer gewaarschuwd dat ze geen domme dingen moesten doen, anders konden ze niet samen zelfstandig blijven wonen. Dit moest dus geheim blijven, dat was duidelijk. Dus besloten de dames dat ze dan maar in het park moesten gaan slapen. Daar waren genoeg beschutte plekjes waar ze zich 's nachts konden verstoppen en het was niet ver van het werk. De sleutels van de rode brommobiel lagen nog binnen, dus ze zouden voortaan moeten lopen. Maar op deze manier zou niemand iets in de gaten hebben en konden ze bij elkaar blijven.
Met de politie erbij was de deur zo open gebroken en in no time vervangen door een nieuw exemplaar. Binnen stond de koffie nog op tafel en Benny Neyman op autorepeat. En gelukkig zie ik ze tegenwoordig om kwart voor acht weer als vanouds met de rode brommobiel door de poort rijden.
(gebaseerd op waar gebeurde feiten, maar om herkenbaarheid te voorkomen hier en daar aangepast)
Elke ochtend om vijf voor half acht stappen Truus en Bep in hun rode brommobiel. Dat valt niet mee, want Truus en Bep passen er samen maar net in. Maar toch: exact om kwart voor acht komen ze door de poort, klaar voor de nieuwe werkdag. Bep en Truus doen geen ingewikkeld werk, maar wat ze doen, doen ze goed: op de verpakkingsafdeling zijn ze verantwoordelijk voor het inpakken van producten voor supermarkten. Soms zijn het blikken doperwten, dan weer snoeprolletjes en soms van die lastige Soep-in-zak verpakkingen. Tussendoor roken Truus en Bep zo nu en dan samen een shaggie en drinken ze een bakkie. Om kwart over vier tuft de zwaar belaste brommobiel weer met beide dames de poort uit.
Zo ging het al jaren, tot net voor de zomer. Dingen veranderden. Truus en Bep kwamen lopend en zagen er steeds vermoeider en onverzorgder uit. Op vragen over de brommobiel werd ontwijkend geantwoord. De dames keken zorgelijk en waren voor hun doen erg stil en kortaf. Als Benny Neyman, hun grote idool, over de werkvloer schalde zongen ze niet meer mee.
Na het een tijdje aangezien te hebben besloot hun chef Bep en Truus apart te nemen en ze nu eens wat minder vrijblijvend aan de tand te voelen over wat er aan de hand was. Hortend en stotend kwam het verhaal eruit.
Op een mooie, warme dag had Truus voor de voordeur een shaggie zitten roken en had Bep alle ramen open gezet om de boel eens lekker door te luchten. Nadat Bep zich naast haar zus had gezeteld om ook een peuk te rollen, waaide door de tocht de deur met zo'n klap dicht dat de kast in de hal voorover klapte en de deur blokkeerde.
Wat nu te doen? Alle ramen op de eerst verdieping stonden open, maar door het forse overgewicht van de dames was naar boven klimmen geen optie. En de mevrouw van maatschappelijk werk had na het overlijden van moeder een paar keer gewaarschuwd dat ze geen domme dingen moesten doen, anders konden ze niet samen zelfstandig blijven wonen. Dit moest dus geheim blijven, dat was duidelijk. Dus besloten de dames dat ze dan maar in het park moesten gaan slapen. Daar waren genoeg beschutte plekjes waar ze zich 's nachts konden verstoppen en het was niet ver van het werk. De sleutels van de rode brommobiel lagen nog binnen, dus ze zouden voortaan moeten lopen. Maar op deze manier zou niemand iets in de gaten hebben en konden ze bij elkaar blijven.
Met de politie erbij was de deur zo open gebroken en in no time vervangen door een nieuw exemplaar. Binnen stond de koffie nog op tafel en Benny Neyman op autorepeat. En gelukkig zie ik ze tegenwoordig om kwart voor acht weer als vanouds met de rode brommobiel door de poort rijden.
(gebaseerd op waar gebeurde feiten, maar om herkenbaarheid te voorkomen hier en daar aangepast)
04 september 2010
geluk
Ik beschouw mezelf als zondagskind. Het leven gaat mij redelijk gemakkelijk af. Ik heb heus weleens tegenslag, maar ik ben gezegend met een positieve kijk op het leven én met een sociale omgeving die me helpt overeind te blijven. Ik voel mezelf dan ook een rijk mens.
Op mijn werk word ik dagelijks geconfronteerd met mensen voor wie het leven bepaald geen rimpelloze vijver is. Ziekte, schulden, lichamelijke of psychische beperkingen zijn aan de orde van de dag. En toch zie ik ook daar bij veel mensen positiviteit en vrolijkheid. Dat roept bij mij de vraag op: is gelukkig zijn een kwestie van mazzel of kun je talent hebben voor geluk?
Ik hoorde laatst dat er in de psychologie-literatuur tegenover elk artikel over geluk maar liefst 21 artikelen over depressie bestaan. Mag je daaruit concluderen dat geluk wetenschappelijk niet zo interessant is? Of wordt het niet gezien als "aandoening" en valt er daarom niets aan te verdienen door doktoren en psychiaters?
Hoe het ook zij, ik ben benieuwd hoe er in de blogwereld gedacht wordt over geluk. Dit is immers een kleine gemeenschap van ervaringswetenschappers die in ieder geval al ontdekt hebben dat het vereenvoudigen van je leven een factor is die je geluksgevoel bevordert. Zou er een recept zijn om gelukkig te worden? En als dat zo is, wat zijn dan de ingrediënten van het recept?
Als ik mijn persoonlijke ingrediënten op een rijtje zet ziet het er ongeveer als volgt uit:
1. Focus op het positieve. Probeer in elke situatie het gouden randje te zien. Leer van slechte ervaringen. Zie overal de humor van in.
2. Ontdoe je leven van overbodige ballast. Ga terug naar de kern; behoud waar je blij van wordt en elimineer de rest waar mogelijk. Zorg goed voor wat er over blijft. Dat zijn de vriendschappen, spullen en activiteiten die je wereld laten draaien.
3. Wees speels en blijf goede vriendjes met jezelf. Heb plezier. Zorg goed voor je lijf. Neem jezelf niet te serieus. Dans, huppel, beweeg.
4. Maak je dankbaarheid expliciet. Bedank mensen die iets voor je betekenen, waardeer kleine gebaren net zo zeer als grote. Bedenk net voor je in slaap valt voor welke dingen je dankbaar bent.
5. Adem volledig en bewust. Niet alleen hoog in je borst maar in je hele buik gebied. Verdriet, spanning en frustratie die in je lijf vast zit kun je er uit ademen.
6. Vind zingeving. Doe iets voor anderen. Ga gepassioneerd op in je hobby's.
Is dit een foolproof recept voor een gelukkig leven? Helaas niet. In een mensenleven gebeuren nu eenmaal dingen die je totaal van de kaart kunnen brengen. Maar dit zijn wel de ingrediënten die ik als eerste weer bij elkaar raap als ik op wil krabbelen na tegenslag.
Misschien maakt dat geluk niet zozeer een talent, maar meer een soort conditietraining waar soms door omstandigheden een tijdje de klad in komt. Maar na een blessure begin je voorzichtig te trainen en voor je het weet ren je weer voluit.
Op mijn werk word ik dagelijks geconfronteerd met mensen voor wie het leven bepaald geen rimpelloze vijver is. Ziekte, schulden, lichamelijke of psychische beperkingen zijn aan de orde van de dag. En toch zie ik ook daar bij veel mensen positiviteit en vrolijkheid. Dat roept bij mij de vraag op: is gelukkig zijn een kwestie van mazzel of kun je talent hebben voor geluk?
Ik hoorde laatst dat er in de psychologie-literatuur tegenover elk artikel over geluk maar liefst 21 artikelen over depressie bestaan. Mag je daaruit concluderen dat geluk wetenschappelijk niet zo interessant is? Of wordt het niet gezien als "aandoening" en valt er daarom niets aan te verdienen door doktoren en psychiaters?
Hoe het ook zij, ik ben benieuwd hoe er in de blogwereld gedacht wordt over geluk. Dit is immers een kleine gemeenschap van ervaringswetenschappers die in ieder geval al ontdekt hebben dat het vereenvoudigen van je leven een factor is die je geluksgevoel bevordert. Zou er een recept zijn om gelukkig te worden? En als dat zo is, wat zijn dan de ingrediënten van het recept?
Als ik mijn persoonlijke ingrediënten op een rijtje zet ziet het er ongeveer als volgt uit:
1. Focus op het positieve. Probeer in elke situatie het gouden randje te zien. Leer van slechte ervaringen. Zie overal de humor van in.
2. Ontdoe je leven van overbodige ballast. Ga terug naar de kern; behoud waar je blij van wordt en elimineer de rest waar mogelijk. Zorg goed voor wat er over blijft. Dat zijn de vriendschappen, spullen en activiteiten die je wereld laten draaien.
3. Wees speels en blijf goede vriendjes met jezelf. Heb plezier. Zorg goed voor je lijf. Neem jezelf niet te serieus. Dans, huppel, beweeg.
4. Maak je dankbaarheid expliciet. Bedank mensen die iets voor je betekenen, waardeer kleine gebaren net zo zeer als grote. Bedenk net voor je in slaap valt voor welke dingen je dankbaar bent.
5. Adem volledig en bewust. Niet alleen hoog in je borst maar in je hele buik gebied. Verdriet, spanning en frustratie die in je lijf vast zit kun je er uit ademen.
6. Vind zingeving. Doe iets voor anderen. Ga gepassioneerd op in je hobby's.
Is dit een foolproof recept voor een gelukkig leven? Helaas niet. In een mensenleven gebeuren nu eenmaal dingen die je totaal van de kaart kunnen brengen. Maar dit zijn wel de ingrediënten die ik als eerste weer bij elkaar raap als ik op wil krabbelen na tegenslag.
Misschien maakt dat geluk niet zozeer een talent, maar meer een soort conditietraining waar soms door omstandigheden een tijdje de klad in komt. Maar na een blessure begin je voorzichtig te trainen en voor je het weet ren je weer voluit.
Labels:
klein geluk,
me myself and I,
meditatie,
overpeinzing
03 september 2010
buikgevoel
Het is deze week wat stilletjes van mijn kant. Ik heb namelijk een wat wonderlijke week. Om niet helemaal afwezig te lijken zal ik even kort proberen uit te leggen wat er aan de hand is.
Afgelopen vrijdag hoorde ik dat ik aangenomen ben in een nieuwe baan. Een mooie baan waarin ik een groot team ga aansturen en met een interessante veranderopdracht. Het is niet dat ik ongelukkig ben in mijn huidige baan - in tegendeel - maar ik heb een vrij korte spanningsboog. En als ik alles een paar keer gedaan heb dan krijg ik behoefte aan iets nieuws. Ik wil dat mijn werk altijd "een beetje pijn doet": als ik het op routine kan dan ga ik me vervelen. Ik ben er niet trots op; liefst zou ik dit trekje meteen inruilen voor een Zen-achtige gelatenheid waarbij ik kan genieten van wat ik nu heb. Maar na twee jaar moet ik (helaas) zeggen dat processen zich beginnen te herhalen en dat ik onrustig word.
Ik heb na het goede bericht meteen een afspraak gemaakt om maandagmiddag bij HRM bij het nieuwe bedrijf het contract te gaan tekenen. En toen gebeurde er iets raars. Een loodzware steen landde in mijn buik. Ik kon niet goed meer eten en al helemaal niet meer slapen. Een algehele onrust nam intrek in mijn lijf en wat ik ook deed, het wilde niet meer opstappen. Het lukte me niet goed om onder woorden te brengen wat er aan de hand was, maar het werd me wel duidelijk dat het met die baan te maken had.
Maandagochtend ging ik na een extreem slechte nacht naar mijn werk. En hoorde ik mezelf vanuit mijn vertrouwde kantoor het bedrijf bellen om te vertellen dat ik me terugtrek uit de procedure.
En nu heb ik een paar dagen nodig om het op me in te laten werken. Normaal zou ik de keuze met mijn hoofd hebben gemaakt: een mooie kans waarin ik veel kan leren zou ik niet laten schieten. En nu zat daar opeens die knoop in mijn buik. Heb ik die nooit eerder gehad of heb ik altijd zo in mijn hoofd geleefd dat ik zo'n gevoel stelselmatig negeerde? Waar kwam dat buikgevoel opeens vandaan? Was het een voorgevoel of een teken dat ik te onbesuisd ergens in stapte? Of was het gewoon een kwestie van "cold feet" omdat ik weet wat ik heb en niet wist wat ik zou gaan krijgen? Ben ik door bewuster te gaan leven opeens een angsthaas geworden?
Ik vind het moeilijk om er woorden voor te vinden, maar het komt er op neer dat ik aan het bijkomen ben van deze achtbaan die voor niemand zichtbaar was, maar die met een noodvaart door mijn lijf jaagde.
Afgelopen vrijdag hoorde ik dat ik aangenomen ben in een nieuwe baan. Een mooie baan waarin ik een groot team ga aansturen en met een interessante veranderopdracht. Het is niet dat ik ongelukkig ben in mijn huidige baan - in tegendeel - maar ik heb een vrij korte spanningsboog. En als ik alles een paar keer gedaan heb dan krijg ik behoefte aan iets nieuws. Ik wil dat mijn werk altijd "een beetje pijn doet": als ik het op routine kan dan ga ik me vervelen. Ik ben er niet trots op; liefst zou ik dit trekje meteen inruilen voor een Zen-achtige gelatenheid waarbij ik kan genieten van wat ik nu heb. Maar na twee jaar moet ik (helaas) zeggen dat processen zich beginnen te herhalen en dat ik onrustig word.
Ik heb na het goede bericht meteen een afspraak gemaakt om maandagmiddag bij HRM bij het nieuwe bedrijf het contract te gaan tekenen. En toen gebeurde er iets raars. Een loodzware steen landde in mijn buik. Ik kon niet goed meer eten en al helemaal niet meer slapen. Een algehele onrust nam intrek in mijn lijf en wat ik ook deed, het wilde niet meer opstappen. Het lukte me niet goed om onder woorden te brengen wat er aan de hand was, maar het werd me wel duidelijk dat het met die baan te maken had.
Maandagochtend ging ik na een extreem slechte nacht naar mijn werk. En hoorde ik mezelf vanuit mijn vertrouwde kantoor het bedrijf bellen om te vertellen dat ik me terugtrek uit de procedure.
En nu heb ik een paar dagen nodig om het op me in te laten werken. Normaal zou ik de keuze met mijn hoofd hebben gemaakt: een mooie kans waarin ik veel kan leren zou ik niet laten schieten. En nu zat daar opeens die knoop in mijn buik. Heb ik die nooit eerder gehad of heb ik altijd zo in mijn hoofd geleefd dat ik zo'n gevoel stelselmatig negeerde? Waar kwam dat buikgevoel opeens vandaan? Was het een voorgevoel of een teken dat ik te onbesuisd ergens in stapte? Of was het gewoon een kwestie van "cold feet" omdat ik weet wat ik heb en niet wist wat ik zou gaan krijgen? Ben ik door bewuster te gaan leven opeens een angsthaas geworden?
Ik vind het moeilijk om er woorden voor te vinden, maar het komt er op neer dat ik aan het bijkomen ben van deze achtbaan die voor niemand zichtbaar was, maar die met een noodvaart door mijn lijf jaagde.
Abonneren op:
Posts (Atom)