Inmiddels ben ik een week terug, is de jetlag verwerkt (voor iemand die al moeite heeft met zomer- en wintertijd kan dat even duren) en zijn de indrukken van de reis ingedaald. Het is moeilijk om zoveel beelden en verhalen tot een consistent geheel te smeden, dus na een paar pogingen heb ik dat maar opgegeven. Toch is er één aspect dat ik mee wil nemen in mijn dagelijkse leven nu, hier, op dit moment (er zijn natuurlijk veel meer aspecten, maar dingen als klimaat, landschap en baby-olifantjes zijn nu eenmaal minder praktisch om mee te nemen). Ik ga proberen of ik het in woorden kan vangen, zodat ik het over een paar weken - als de dagelijkse gekte de boel weer over neemt - hier terug kan lezen.
Zo druk als het was tot het moment van ons vertrek, zo goed bleken we in staat om, eenmaal de voeten op Thaise bodem, te leven in het moment. In volle aandacht leven, twee weken lang. Door dat grote contrast viel me op dat een groot deel van mijn dag normaal gesproken op gaat aan denken over wat ik van dingen vind, over wat er nog komen gaat en met piekeren over wat ik anders had kunnen doen. Toen en straks, zelden "Nu". Zelfs een moment van puur genieten krijgt een soort melancholieke ondertoon door de wetenschap dat het straks weer over zal zijn. Ik zag opeens heel scherp dat dát is wat in het Boeddhisme wordt bedoeld met "lijden". Lijden klinkt altijd zo zwaar, zo fatalistisch, zo wat-heeft-het-dan-allemaal-nog-voor-zin. Maar nu voelde ik hem. In Thailand bleek ik opeens in staat te zijn om dingen tot me te nemen zoals ze zijn. Ik dronk het moment op en was daar met mijn volle aandacht bij. Niet alleen bij momenten van schoonheid, maar ook bij confrontatie met leed of armoede. Mindfulness in de pure zin van het woord.
Hoe kan dat? Is dat alleen de vakantie-spirit? Is het omdat het Boeddhisme zo door het Thaise dagelijks leven vervlochten is dat iets daarvan op mij afstraalt? Een mooi thema om eens uit te diepen nu ik tijd, rust in het hoofd en een e-reader vol leesvoer had over Boeddhistische thema's.
Vanuit Boeddhistisch perspectief leven we nogal onoplettend. We houden vast aan vergankelijke zaken alsof ze voor altijd zijn: spullen, onze jeugd, relaties, noem maar op. Terwijl in werkelijkheid alles en iedereen continu in verandering is. Ons lijf veroudert, je pc takelt langzaam af terwijl je dit leest, de stof van je kleding slijt. Deze veranderingen zijn zo subtiel, dat ze je niet opvallen. Tot je op een dag kijkt en je opeens een rimpelige huid hebt, je pc het heeft begeven en je kledingstukken vodden zijn geworden. Een gevoel van verdriet en verlies overvalt je. Je hebt niet opgelet en opeens is het tussen je vingers door geglipt.
Als reactie op deze continue beweging zijn we als mens geneigd dingen te categorizeren, zodat het behapbaar blijft. Eigenlijk zijn er drie categorieën: goed, slecht of neutraal. Per vakje tonen we specifiek gedrag. Valt iets in het vakje "goed"? Dan proberen we het uit alle macht vast te houden, zodat het niet verdwijnt. Verdwijnt het toch (en dat doet het; alles is immers veranderlijk) dan zullen we alles in het werk stellen om het opnieuw te ervaren. Hoort iets in het vakje "slecht" dan proberen we daar zo snel mogelijk van af te komen. We wijzen het af of ontvluchten het. Het vakje "neutraal" zit in het midden en is oninteressant. Veel ervaringen worden zo snel mogelijk in het neutrale vakje gedumpt en vervolgens genegeerd, zodat we ons snel weer op het vakje "goed" kunnen richten. In dit - ietwat simplistische - scenario brengen we ons leven door met achter plezier aanrennen, wegvluchtend van nare ervaringen en ondertussen het merendeel van onze ervaringen negerend die in het vakje "neutraal" thuis horen. En ondertussen stroomt het leven continu door, zonder dat we daar aandacht aan besteden.
Boeddhisten trainen zichzelf in het observeren van de continue beweging die het leven is. Een belangrijk doel is te leren met vol bewustzijn met de stroom mee te leven, in plaats van er steeds tegenin te roeien. Je haakt aan op de ervaring van dit moment, je observeert zonder oordeel waarom je reageert zoals je reageert. Je begint voorzichtig uit die eeuwige cyclus van het obsessieve najagen van je behoeften te stappen.
In Thailand is het motto "Mai pen rai": maak je niet druk. En dat is terug te vinden in alle aspecten van het dagelijks leven. Situaties worden doorleefd en geaccepteerd zoals ze zijn, ook als ze in onze ogen ongewenst zijn. Moeilijke situaties worden met een glimlach tegemoet getreden, er wordt niet lang getreurd over materieel of persoonlijk verlies en de algehele vriendelijke blijmoedigheid is gewoon opvallend.
Een lang verhaal om aan te geven dat ik een snufje mai pen rai als souvenir heb meegenomen naar Nederland. Ik ben weer begonnen met mediteren. Het is nog iedere ochtend een worsteling en het vereist de nodige discipline, maar ik heb besloten het leven aan te gaan zoals het komt. En de sleutel daartoe is iedere ochtend op mijn kussen gaan zitten.
Fantastisch, je aanraking met DAT. En nu maar proberen los te latrn wat niet vast te houden is..., dat wat je in wezen bent. Verwachtingloos mediteren...
BeantwoordenVerwijderenEen andere omgeving kan een totaal ander mens van ons maken, of beter gezegd: onze ware zelf naar boven halen die diep in ons verborgen zit.
BeantwoordenVerwijderenIk voel me hier in Nederland vaak geleefd worden, zelfs na een verhuizing van het westen naar het noorden van het land. Hoewel de omgeving hier groener is en er nog veel stilteplekken zijn voel ik me nooit helemaal alleen en kom ook niet tot rust. En de rust in mezelf zoeken is dan ook moeilijk.
Fijn dat je zo'n mooie ervaring hebt opgedaan tijdens je reis, hopelijk mag je er nog lang van nagenieten.
Regelmatig zit ik te knikken bij het lezen van dit blog. Dank je wel,het is zo mooi.Ik weet,dat laatste is niet oordeelloos.Groeten Izerina
BeantwoordenVerwijderenMisschien helpt het om het mediteren vol te houden: met jou zitten er op de hele wereld vele anderen tegelijkertijd op hun kussen! :-)
BeantwoordenVerwijderen