Een aantal van jullie vroeg me al waarom het aan de andere kant zo stil was geworden. Eerlijk is eerlijk: ik vond dat ik niet echt iets spannends te melden had. Maar tijdens de vakantie heb ik weer wat inspiratie opgedaan, dus Mieb Eet is weer geactiveerd en ik heb een stukje geschreven over portiebeheer. Ik was daar na het publiceren nog even mee bezig, vandaar dat dit blogje min of meer in het verlengde ligt.
In films zie je weleens dat mensen foto's van zichzelf op de koelkast hangen als schrikbeeld. Als een soort verwijtend uithangbord: als je deze koelkast te vaak opent ga je er weer zo uitzien. Of misschien nog wel erger. Ik lees het ook weleens als dieettip: die onflatteuze foto van jezelf "op je dikst" in bikini of in een iets te strakke jurk zou het ultieme middel zijn om je consequent tot worteltjes en blaadjes sla te beperken.
Vanochtend tijdens het sporten bedacht ik me wat een raar advies dat eigenlijk is. Waarom zou je jezelf zo straffen iedere keer dat je de koelkast opent? Waarom zou je jezelf zo willen conditioneren dat je eten met "lelijk" en "dik" associeert? En zeker als de termen "lelijk" en "dik" over jezelf gaan, wat voor positiefs bereik je daar dan mee? Eten is meer dan een beetje brandstof om je lichaam aan de gang te houden. Het is heeft te maken met genieten, met traditie, met samen zijn. Sterker nog: eten kan juist het verschil maken om je energiek, fit en lekker in je vel te voelen. Dat gevoel krijg je niet bepaald als je iedere keer dat je iets te eten wilt pakken om je oren wordt geslagen met een "dikke foto".
Ik voel meer voor het omgekeerde: zoek een foto van jezelf waarop je straalt, ongeacht je gewicht. Een foto van een moment dat je je geweldig voelde, trots was op jezelf of zichtbaar genoot. Hang hem bewust niet op de koelkast, maar op een andere plek waar je hem regelmatig tegen komt. Zorg dat je die foto vaak bekijkt. Niet alleen als je een dip hebt, maar iedere dag. En neem jezelf voor om weer zo te stralen als op dat moment. Door van jezelf te houden en goed voor je lijf te zorgen. En probeer eten niet te associëren met dik en lelijk, maar met fit, energiek en stralend. Volgens mij is dat een stuk effectiever.
27 februari 2011
24 februari 2011
veranderpijn
Sinds ik begonnen ben in mijn nieuwe functie ben ik in een stroomversnelling terecht gekomen. Ik ben op het werk niet langer meer onder gelijken, maar ik ben deel uit gaan maken van een select clubje Bazen, met bijbehorende werktijden, verantwoordelijkheden en het onvermijdelijke gedoe. Al een tijdje heb ik een onbestemd gevoel ergens onder in mijn buik, dat ik bewust wegdrukte. Want stel je voor wat dat gevoel me zou kunnen vertellen. Als ik mijn baan stiekem niet leuk blijk te vinden, dan zal ik moeten erkennen dat ik een verkeerde beslissing heb genomen. Wat een afgang.
Maar zoals dat gaat als je begint met mediteren: die roze olifant staat opeens tóch voor je neus. En dan kun je niet anders dan aandacht aan hem besteden, bekijken of je het gevoel kunt analyseren. Het gevoel in mijn buik laat zich het best omschrijven als groeipijn. De manier waarop mijn omgeving naar mij kijkt is in één klap veranderd, maar ik strompel daar zelf nog een beetje achteraan. Ik begeef me op een vakgebied waar ik nog niet helemaal zeker in ben. Door mijn nieuwe positie binnen de organisatie wordt mijn mening echter serieus genomen en heb ik ook nog eens een voorbeeldfunctie. Daarom probeer ik zorgvuldig te letten op wat ik zeg en wat ik doe. En dat terwijl ik nog zoveel te leren heb: over het vak, over het leiding geven aan een grote groep mensen, over mijn eigen reactie op de dingen die zich voordoen.
Als ik heel eerlijk ben tegen mezelf dan moet ik erkennen dat ik soms lichte heimwee heb naar de tijd dat ik één onder gelijken was. Toen mijn mening nog even zwaar telde als die van de anderen, naar de tijd dat ik minder 'strepen' en bijbehorende verantwoordelijkheden had. Daarnaast is er het onbestemde gevoel dat ik me aan het ontwikkelen ben, maar dat ik nog geen controle heb over de situatie. Ik bevind me in de - pijnlijke - veranderfase bewust onbekwaam. Tegelijkertijd ben ik trots op wat ik doe en voel ik me weer uitgedaagd.
Als ik terug kijk naar belangrijke veranderingen in mijn leven (moeder worden; verhuizen; een nieuwe baan) dan ging dat altijd gepaard met een zekere mate van veranderpijn. Dat roept bij mij de vraag op: moet veranderen altijd een beetje pijn doen? En wat zou daar dan de functie van zijn? Helpt een beetje inwendige crisis om te groeien? Klopt het Engelse gezegde: "no pain, no gain"? Ik ben benieuwd hoe jullie daar tegenaan kijken.
Maar zoals dat gaat als je begint met mediteren: die roze olifant staat opeens tóch voor je neus. En dan kun je niet anders dan aandacht aan hem besteden, bekijken of je het gevoel kunt analyseren. Het gevoel in mijn buik laat zich het best omschrijven als groeipijn. De manier waarop mijn omgeving naar mij kijkt is in één klap veranderd, maar ik strompel daar zelf nog een beetje achteraan. Ik begeef me op een vakgebied waar ik nog niet helemaal zeker in ben. Door mijn nieuwe positie binnen de organisatie wordt mijn mening echter serieus genomen en heb ik ook nog eens een voorbeeldfunctie. Daarom probeer ik zorgvuldig te letten op wat ik zeg en wat ik doe. En dat terwijl ik nog zoveel te leren heb: over het vak, over het leiding geven aan een grote groep mensen, over mijn eigen reactie op de dingen die zich voordoen.
Als ik heel eerlijk ben tegen mezelf dan moet ik erkennen dat ik soms lichte heimwee heb naar de tijd dat ik één onder gelijken was. Toen mijn mening nog even zwaar telde als die van de anderen, naar de tijd dat ik minder 'strepen' en bijbehorende verantwoordelijkheden had. Daarnaast is er het onbestemde gevoel dat ik me aan het ontwikkelen ben, maar dat ik nog geen controle heb over de situatie. Ik bevind me in de - pijnlijke - veranderfase bewust onbekwaam. Tegelijkertijd ben ik trots op wat ik doe en voel ik me weer uitgedaagd.
Als ik terug kijk naar belangrijke veranderingen in mijn leven (moeder worden; verhuizen; een nieuwe baan) dan ging dat altijd gepaard met een zekere mate van veranderpijn. Dat roept bij mij de vraag op: moet veranderen altijd een beetje pijn doen? En wat zou daar dan de functie van zijn? Helpt een beetje inwendige crisis om te groeien? Klopt het Engelse gezegde: "no pain, no gain"? Ik ben benieuwd hoe jullie daar tegenaan kijken.
23 februari 2011
20 februari 2011
back to the future
Fotografe Irina Werning is geobsedeerd door oude familiekiekjes. In haar project Back to the Future plaatst ze de oude familiekiekjes in de huidige tijd. Zie hier het ontroerende en soms hilarische resultaat.
19 februari 2011
het nu en ik
Inmiddels ben ik een week terug, is de jetlag verwerkt (voor iemand die al moeite heeft met zomer- en wintertijd kan dat even duren) en zijn de indrukken van de reis ingedaald. Het is moeilijk om zoveel beelden en verhalen tot een consistent geheel te smeden, dus na een paar pogingen heb ik dat maar opgegeven. Toch is er één aspect dat ik mee wil nemen in mijn dagelijkse leven nu, hier, op dit moment (er zijn natuurlijk veel meer aspecten, maar dingen als klimaat, landschap en baby-olifantjes zijn nu eenmaal minder praktisch om mee te nemen). Ik ga proberen of ik het in woorden kan vangen, zodat ik het over een paar weken - als de dagelijkse gekte de boel weer over neemt - hier terug kan lezen.
Zo druk als het was tot het moment van ons vertrek, zo goed bleken we in staat om, eenmaal de voeten op Thaise bodem, te leven in het moment. In volle aandacht leven, twee weken lang. Door dat grote contrast viel me op dat een groot deel van mijn dag normaal gesproken op gaat aan denken over wat ik van dingen vind, over wat er nog komen gaat en met piekeren over wat ik anders had kunnen doen. Toen en straks, zelden "Nu". Zelfs een moment van puur genieten krijgt een soort melancholieke ondertoon door de wetenschap dat het straks weer over zal zijn. Ik zag opeens heel scherp dat dát is wat in het Boeddhisme wordt bedoeld met "lijden". Lijden klinkt altijd zo zwaar, zo fatalistisch, zo wat-heeft-het-dan-allemaal-nog-voor-zin. Maar nu voelde ik hem. In Thailand bleek ik opeens in staat te zijn om dingen tot me te nemen zoals ze zijn. Ik dronk het moment op en was daar met mijn volle aandacht bij. Niet alleen bij momenten van schoonheid, maar ook bij confrontatie met leed of armoede. Mindfulness in de pure zin van het woord.
Hoe kan dat? Is dat alleen de vakantie-spirit? Is het omdat het Boeddhisme zo door het Thaise dagelijks leven vervlochten is dat iets daarvan op mij afstraalt? Een mooi thema om eens uit te diepen nu ik tijd, rust in het hoofd en een e-reader vol leesvoer had over Boeddhistische thema's.
Vanuit Boeddhistisch perspectief leven we nogal onoplettend. We houden vast aan vergankelijke zaken alsof ze voor altijd zijn: spullen, onze jeugd, relaties, noem maar op. Terwijl in werkelijkheid alles en iedereen continu in verandering is. Ons lijf veroudert, je pc takelt langzaam af terwijl je dit leest, de stof van je kleding slijt. Deze veranderingen zijn zo subtiel, dat ze je niet opvallen. Tot je op een dag kijkt en je opeens een rimpelige huid hebt, je pc het heeft begeven en je kledingstukken vodden zijn geworden. Een gevoel van verdriet en verlies overvalt je. Je hebt niet opgelet en opeens is het tussen je vingers door geglipt.
Als reactie op deze continue beweging zijn we als mens geneigd dingen te categorizeren, zodat het behapbaar blijft. Eigenlijk zijn er drie categorieën: goed, slecht of neutraal. Per vakje tonen we specifiek gedrag. Valt iets in het vakje "goed"? Dan proberen we het uit alle macht vast te houden, zodat het niet verdwijnt. Verdwijnt het toch (en dat doet het; alles is immers veranderlijk) dan zullen we alles in het werk stellen om het opnieuw te ervaren. Hoort iets in het vakje "slecht" dan proberen we daar zo snel mogelijk van af te komen. We wijzen het af of ontvluchten het. Het vakje "neutraal" zit in het midden en is oninteressant. Veel ervaringen worden zo snel mogelijk in het neutrale vakje gedumpt en vervolgens genegeerd, zodat we ons snel weer op het vakje "goed" kunnen richten. In dit - ietwat simplistische - scenario brengen we ons leven door met achter plezier aanrennen, wegvluchtend van nare ervaringen en ondertussen het merendeel van onze ervaringen negerend die in het vakje "neutraal" thuis horen. En ondertussen stroomt het leven continu door, zonder dat we daar aandacht aan besteden.
Boeddhisten trainen zichzelf in het observeren van de continue beweging die het leven is. Een belangrijk doel is te leren met vol bewustzijn met de stroom mee te leven, in plaats van er steeds tegenin te roeien. Je haakt aan op de ervaring van dit moment, je observeert zonder oordeel waarom je reageert zoals je reageert. Je begint voorzichtig uit die eeuwige cyclus van het obsessieve najagen van je behoeften te stappen.
In Thailand is het motto "Mai pen rai": maak je niet druk. En dat is terug te vinden in alle aspecten van het dagelijks leven. Situaties worden doorleefd en geaccepteerd zoals ze zijn, ook als ze in onze ogen ongewenst zijn. Moeilijke situaties worden met een glimlach tegemoet getreden, er wordt niet lang getreurd over materieel of persoonlijk verlies en de algehele vriendelijke blijmoedigheid is gewoon opvallend.
Een lang verhaal om aan te geven dat ik een snufje mai pen rai als souvenir heb meegenomen naar Nederland. Ik ben weer begonnen met mediteren. Het is nog iedere ochtend een worsteling en het vereist de nodige discipline, maar ik heb besloten het leven aan te gaan zoals het komt. En de sleutel daartoe is iedere ochtend op mijn kussen gaan zitten.
Zo druk als het was tot het moment van ons vertrek, zo goed bleken we in staat om, eenmaal de voeten op Thaise bodem, te leven in het moment. In volle aandacht leven, twee weken lang. Door dat grote contrast viel me op dat een groot deel van mijn dag normaal gesproken op gaat aan denken over wat ik van dingen vind, over wat er nog komen gaat en met piekeren over wat ik anders had kunnen doen. Toen en straks, zelden "Nu". Zelfs een moment van puur genieten krijgt een soort melancholieke ondertoon door de wetenschap dat het straks weer over zal zijn. Ik zag opeens heel scherp dat dát is wat in het Boeddhisme wordt bedoeld met "lijden". Lijden klinkt altijd zo zwaar, zo fatalistisch, zo wat-heeft-het-dan-allemaal-nog-voor-zin. Maar nu voelde ik hem. In Thailand bleek ik opeens in staat te zijn om dingen tot me te nemen zoals ze zijn. Ik dronk het moment op en was daar met mijn volle aandacht bij. Niet alleen bij momenten van schoonheid, maar ook bij confrontatie met leed of armoede. Mindfulness in de pure zin van het woord.
Hoe kan dat? Is dat alleen de vakantie-spirit? Is het omdat het Boeddhisme zo door het Thaise dagelijks leven vervlochten is dat iets daarvan op mij afstraalt? Een mooi thema om eens uit te diepen nu ik tijd, rust in het hoofd en een e-reader vol leesvoer had over Boeddhistische thema's.
Vanuit Boeddhistisch perspectief leven we nogal onoplettend. We houden vast aan vergankelijke zaken alsof ze voor altijd zijn: spullen, onze jeugd, relaties, noem maar op. Terwijl in werkelijkheid alles en iedereen continu in verandering is. Ons lijf veroudert, je pc takelt langzaam af terwijl je dit leest, de stof van je kleding slijt. Deze veranderingen zijn zo subtiel, dat ze je niet opvallen. Tot je op een dag kijkt en je opeens een rimpelige huid hebt, je pc het heeft begeven en je kledingstukken vodden zijn geworden. Een gevoel van verdriet en verlies overvalt je. Je hebt niet opgelet en opeens is het tussen je vingers door geglipt.
Als reactie op deze continue beweging zijn we als mens geneigd dingen te categorizeren, zodat het behapbaar blijft. Eigenlijk zijn er drie categorieën: goed, slecht of neutraal. Per vakje tonen we specifiek gedrag. Valt iets in het vakje "goed"? Dan proberen we het uit alle macht vast te houden, zodat het niet verdwijnt. Verdwijnt het toch (en dat doet het; alles is immers veranderlijk) dan zullen we alles in het werk stellen om het opnieuw te ervaren. Hoort iets in het vakje "slecht" dan proberen we daar zo snel mogelijk van af te komen. We wijzen het af of ontvluchten het. Het vakje "neutraal" zit in het midden en is oninteressant. Veel ervaringen worden zo snel mogelijk in het neutrale vakje gedumpt en vervolgens genegeerd, zodat we ons snel weer op het vakje "goed" kunnen richten. In dit - ietwat simplistische - scenario brengen we ons leven door met achter plezier aanrennen, wegvluchtend van nare ervaringen en ondertussen het merendeel van onze ervaringen negerend die in het vakje "neutraal" thuis horen. En ondertussen stroomt het leven continu door, zonder dat we daar aandacht aan besteden.
Boeddhisten trainen zichzelf in het observeren van de continue beweging die het leven is. Een belangrijk doel is te leren met vol bewustzijn met de stroom mee te leven, in plaats van er steeds tegenin te roeien. Je haakt aan op de ervaring van dit moment, je observeert zonder oordeel waarom je reageert zoals je reageert. Je begint voorzichtig uit die eeuwige cyclus van het obsessieve najagen van je behoeften te stappen.
In Thailand is het motto "Mai pen rai": maak je niet druk. En dat is terug te vinden in alle aspecten van het dagelijks leven. Situaties worden doorleefd en geaccepteerd zoals ze zijn, ook als ze in onze ogen ongewenst zijn. Moeilijke situaties worden met een glimlach tegemoet getreden, er wordt niet lang getreurd over materieel of persoonlijk verlies en de algehele vriendelijke blijmoedigheid is gewoon opvallend.
Een lang verhaal om aan te geven dat ik een snufje mai pen rai als souvenir heb meegenomen naar Nederland. Ik ben weer begonnen met mediteren. Het is nog iedere ochtend een worsteling en het vereist de nodige discipline, maar ik heb besloten het leven aan te gaan zoals het komt. En de sleutel daartoe is iedere ochtend op mijn kussen gaan zitten.
11 februari 2011
meer dan 1000 woorden
Wat kun je vertellen over een reis die in alle facetten indrukwekkend was? Het was prachtig, gastvrij, spiritueel, maar op momenten ook rauw, smerig en wreed. Nog een beetje suf van de jetlag houd ik het nu even bij wat eerste indrukken. Want vaak zeggen die al een heleboel.
Alle foto's uit de serie vind je hier.
Alle foto's uit de serie vind je hier.
Abonneren op:
Posts (Atom)