Ik kijk graag naar series waarin mensen hun leven radicaal omgooien en naar een ander land verhuizen om daar een nieuw bestaan op te bouwen. Ook snuffel ik graag op funda naar huizen die, in tegenstelling van wat ik nu bewoon, aan de rand van een bos of op een andere idyllische en vooral rustige lokatie liggen.
De afgelopen jaren heb ik onafgebroken tegen een hoge berg opgerend. Met de tong op de schoenen rende ik door, niet precies wetend wat er op de bergtop te vinden zou zijn. Tot het deze zomer opeens genoeg was. Niet dat de top bereikt was, maar langzaam sijpelde het besef door dat ik tijdens mijn tocht nooit van het uitzicht heb genoten. Ik besefte dat mijn leven draaide om werken, het uitrusten van het werk en het voorbereiden van het werk van de volgende dag. Het thuisfront moest het doen met de kruimels die overbleven.
Een huis aan de rand van een bos gaat de gewenste rust niet over me uit storten. Het betekent hooguit dat ik harder moet werken om de bijbehorende hypotheek op te kunnen hoesten. Het was dit besef, in combinatie met het zeurende gevoel dat ik doorlopend iets belangrijks vergat, die maakten dat ik een paar weken geleden mijn drukke baan met glanzende carrière en dito auto inruilde voor een aanzienlijk eenvoudiger betrekking vlakbij huis. En al in mijn eerste werkweek zag ik wat ik al die tijd vergeten was: ik was vergeten te genieten.
Voor het komende jaar is mijn voornemen om bewuster, eenvoudiger en puurder te leven. Ik ben van nature geen bewust, eenvoudig en puur persoon. In deze blog doe ik verslag van mijn worstelingen, mijn verwonderpunten en mijn inspiratiebronnen. Want eenvoudig leven, dat is zo simpel nog niet.